Langzaam maar zeker begon Rebecca te reageren. Ze discussieerde met hem over het einde van verhalen. Ze lachte als een van zijn papieren dieren uit elkaar viel. Op dagen dat ze uitgeput en boos was na de fysiotherapie, zat Jonah naast haar rolstoel en luisterde zonder te proberen iets op te lossen.
Michael keek dit alles vanaf de rand van de kamer toe en kon niet verklaren waarom een kind dat materieel gezien niets te bieden had, zijn dochter precies leek te geven wat ze nodig had.
Op een avond, nadat Rebecca in slaap was gevallen, sprak Michael met Jonah op de gang.
‘Ze luistert naar jou,’ zei Michael zachtjes. ‘Meer dan ze naar mij luistert.’
Jonah haalde zijn schouders op. « Ze is dapper, » antwoordde hij. « Ze weet het alleen nog niet. »
Michael slikte moeilijk. ‘En jij? Waar is je familie?’
Jonah keek naar zijn handen. ‘Ik heb er geen. Niet meer.’
De woorden hadden een zware impact op hen. Op dat moment, gedreven door angst en wanhoop in plaats van rede, zei Michael iets dat hun levens voorgoed zou veranderen.
‘Als je mijn dochter helpt weer te lopen,’ zei hij langzaam, ‘neem ik je mee naar huis. Dan geef ik je een gezin.’
Jonah keek hem aan, niet met enthousiasme, maar met een ernst die zijn leeftijd ver te boven ging. ‘Dat kan ik niet beloven,’ antwoordde hij. ‘Ik ben geen dokter.’
‘Ik weet het,’ antwoordde Michael. ‘Ik vraag je alleen maar om te blijven.’
Jonah knikte. « Dat kan ik wel. »
Het herstel was geen wonder. Het verliep langzaam en met horten en stoten, vol tegenslagen en tranen. Er waren dagen dat Rebecca weigerde het nog te proberen, dat ze volhield dat er nooit iets zou veranderen. Op die dagen herinnerde Jonah haar er zachtjes aan dat vooruitgang zich niet luidruchtig aankondigt.
‘Elke stap is een stap,’ zei hij tegen haar. ‘Ook al is hij klein.’
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !