ADVERTENTIE

Ze miauwde zachtjes en smekend, maar de mensen hoorden haar smeekbede niet, of ze hoorden haar wel, maar keerden zich af.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Ze miauwde zacht, vol hoop — alsof ze om hulp vroeg, maar voorbijgangers hoorden het niet of deden alsof ze het niet hoorden. Het hondje, ineengedoken van angst, schrok elke keer als mensen langs liepen, en in zijn ogen weerspiegelde zich de angst…

Elke ochtend liep ze vijf huizenblokken om bij de standplaats te komen waar altijd een taxi haar naar kantoor bracht. Ze werkte als financieel analist, een verantwoordelijke functie — ze moest bedrijven adviseren, tekortkomingen opsporen en processen optimaliseren. Door deze drukke baan was haar privéleven geleidelijk verdwenen. ’s Ochtends achter de computer, ’s avonds nauwelijks kracht om het bed te bereiken. Dag in dag uit.

Maar dit is slechts de achtergrond. Het verhaal gaat over iets anders.

Om om acht uur op het werk te zijn, moest ze om half acht bij de bushalte zijn. Het kantoor lag in een andere wijk. Die dag was er geen taxi in de buurt, dus moest ze even wachten. Ze stond daar, haar armen om zich heen geslagen tegen de wind, en draaide zich als vanzelf om. Misschien omdat de wind bladeren over de stoep joeg, misschien omdat ze het gevoel had bekeken te worden.

In de smalle ruimte tussen de huizen zag ze hen: een grote grijze kat en een klein trillend hondje dat zich tegen haar aandrukte. De kat likte af en toe de pup en keek om zich heen naar de mensen. Ze miauwde zacht, maar niemand reageerde. Het hondje schrok bij elke voetstap van voorbijgangers en verstopte zich onder de buik van zijn beschermster. Zij probeerde hem gerust te stellen, sloeg haar staart om hem heen en drukte haar kop tegen zijn zij.

De vrouw rommelde in haar tas en haalde een grote sandwich met kaas en ham tevoorschijn. Ze legde de ham naast de kat en de rest voor het hondje. Die drukte zich tegen het asfalt en kneep zijn ogen dicht. De kat keek alleen even naar de vrouw, miauwde zacht en raakte eerst langzaam haar hand aan met haar kop. Daarna beschermde ze de pup met haar lichaam en bleef hem likken terwijl hij trillend van opwinding de stukjes lekkers at.

Ze merkte niet dat ze zo lang keek, tot ze de geïrriteerde stem van de taxichauffeur hoorde:

— Hé! Hoor je me niet? Stap in, we gaan!

De volgende dag bracht ze eten voor hen mee. Ze hoopte diep vanbinnen dat ze er nog zouden zijn. En dat waren ze. De kat miauwde blij en het hondje kwispelde met zijn grappige staartje en jankte zacht. Sindsdien bracht ze ze ’s ochtends ontbijt en ’s avonds iets lekkers.

Die ochtend regende het. Ze had haast — het zou een drukke dag worden. Na het rennen van dezelfde afstand legde ze het eten neer in hun schuilplaats, aaide de kat en het hondje. Toen ze opstond, ontmoette ze de blik van de straatveger.

— Ze laten hier van die beesten rondlopen! — bromde hij geïrriteerd. — En ik moet daarna de troep opruimen. Wegwezen! — daarmee hief hij zijn bezem en zwaaide naar de dieren.

Het hondje piepte hulpeloos en verstopte zich achter de kat. Die boog zich als een gespannen snaar om hem te beschermen en kneep haar ogen dicht, klaar voor de klap…

De vrouw wist niet hoe ze voor hen stond. Een innerlijke impuls duwde haar op het pad van de zwaai. De bezem raakte haar met een harde klap in been en zij. De pijn was scherp en snijdend. Ze schreeuwde en sloeg instinctief haar handen voor haar gezicht.

De straatveger schrok en verstijfde:

— Wat doe je nou? Ik wilde het niet! Sorry… ik had je niet gezien…

Ze luisterde niet. Haar aandacht ging uit naar de kat en het hondje. De kat keek haar verbaasd aan en het hondje keek voorzichtig vanaf zijn moeders rug en kwispelde zachtjes. De vrouw ging zitten, kreunend van de pijn, en aaide ze allebei weer.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE