“…Ik ben bang mijn man te verliezen! Hij zegt…! Ik kan het niet…!”
De oppas duwde zwijgend met haar hele lichaam om het kastdeurtje te sluiten. Uiteindelijk lukte het.
“Over die drie dagen…” zei ze terwijl ze uit het raam keek. “Tevergeefs! Hij zal wachten, de minuten tellen! Tevergeefs! Het is onmenselijk!”
“We konden het niet ineens zomaar doen!” hoestte de man vanuit de gang. “We deden het… stap voor stap, zoals we geleerd hebben. Over drie dagen bellen we, zeggen dat we vertraging hebben. Daarna… misschien nog wat!”
“Ik ben geen rechter voor jullie, jullie hebben zo besloten! Wat nu? Het is al te laat. De directeur heeft het bevel gegeven. Jullie Stepa is terug aangenomen, krijgt onderhoud en zo verder!”
“Hij reageert op… Thema!”
“Stefan staat op de papieren! Waarom zou je zijn naam vervormen?… Ga nou maar vliegen! En… bel niet! Niet nodig! Hoe sneller hij het begrijpt, hoe beter! Vliegen, het vliegtuig wacht niet!”
De man en vrouw verlieten stilletjes zonder nog een woord te zeggen of afscheid te nemen. De voordeur kraakte een beetje, er klonk het geluid van een wegrijdende auto en toen werd het stil.
De deur van de kleedkamer ging een beetje open. De oppas keek om. Het jongetje keek stilletjes door het kiertje.
“Wat is er, Stefan?”

“Zijn ze weg…?”
“Ze zijn weg! Heb je gegeten? Kom, liefje, ga je uitkleden. Het is bijna rusttijd!”
Het jongetje ging terug naar de groep, deed langzaam zijn kleren uit, hing ze netjes over de rugleuning van zijn stoel en kroop in zijn bedje.
Twee uur vlogen voorbij als één moment. Hij viel niet in slaap, lag gewoon naar het plafond te staren. De bel ging. De kinderen sprongen op, trokken hun pakjes en jurkjes aan, maakten herrie en deden kattenkwaad. Het jongetje stond op, kleedde zich aan, liep weer naar de deur van de kleedkamer en keek door het kiertje.
Toen deed hij de deur nog wat verder open, nog breder, en uiteindelijk helemaal.

“Thema!” riep de vrouw uit. “Hoe lang wil je nog slapen?!”
“We hebben op je gewacht!” rammelde de man met de koffer.
“…En die drie dagen?!” zei het jongetje alleen.
“De vlucht is geannuleerd!” riepen de man en vrouw tegelijk.
“Het is slecht weer, we vliegen nergens heen! Zonder jou… nergens heen!”
“Nergens heen… mama?!”
De oppas draaide zich om en pakte haastig de spullen uit het kastje terug in de koffer. Haar schouders trilden licht…
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !