ADVERTENTIE

— Wat ben jij slim, zeg! Help je broer liever met een woning kopen in plaats van bruiloften te organiseren, schatje!

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

Pavlik was de eerste die bijkwam. Zijn gezicht liep paarsrood aan.

— Wat is dit voor onzin? Dit heb jij allemaal verzonnen! Waar haal je die cijfers vandaan, uit de lucht? Welke computers, welke brommer, wanneer was dat!

— Dit is klinkklare onzin! — viel Ljoedmila in, terwijl ze een stap naar voren deed. Haar stem had haar vroegere kracht teruggevonden, maar nu klonken er schelle, paniekerige tonen in mee. — Reken jij het eten mee dat je broer in zijn ouderlijk huis eet? Ben je nog wel goed bij je hoofd? Hoe kun je moederlijke zorg in geld uitdrukken? Hij is mijn zoon, ik heb hem geholpen en zal hem blijven helpen!…

Ze vielen haar met z’n tweeën aan, in een poging haar in verwarring te brengen en het gesprek terug te trekken naar het vertrouwde terrein van emoties en verwijten, waar zij zich altijd de baas voelden. Maar Anja bleef onbeweeglijk. Ze borg rustig haar telefoon weg.

— Ik heb niets verzonnen. De kosten van het college staan in de oude contracten, die liggen in de kast. De bonnetjes van de computers heb jij zelf op tafel laten liggen, Pavlik. En wat betreft de leningen en de brommer — dat weten we allemaal nog goed, toch? Papa heeft toen een maand niet met je gepraat. Ik tel het eten niet mee.

Ik tel die tweehonderdveertigduizend roebel per jaar die worden besteed aan het onderhoud van een volwassen, arbeidsgeschikte man die geen huur betaalt, geen boodschappen doet en niet werkt. Dat is geen zorg, mama. Dat is een directe kostenpost op jouw begroting.

Elk woord van haar was een nauwkeurige, weloverwogen slag, niet gericht op emoties maar op feiten. Ze discussieerde niet, ze verdedigde zich niet — ze constateerde. En dat was angstaanjagender dan welk geschreeuw dan ook.

Ljoedmila viel stil. Ze opende haar mond om iets tegen te werpen, maar vond geen woorden. Alle feiten spraken tegen haar. Haar tactiek van emotionele chantage liep stuk op de kille muur van de rekenkunde.

Ze keek naar haar dochter en zag voor zich niet langer haar kind, dat je een schuldgevoel kon aanpraten, maar een vreemde, onbewogen auditor die op controle kwam in haar kleine, knusse leven dat gebouwd was op leugens en zelfbedrog.

Anja liet bewust een pauze vallen, om hen te laten beseffen wat er zojuist gebeurd was.

— Dus, mama. Terugkomend op je oorspronkelijke vraag over hulp aan mijn broer. Als we alles eerlijk willen doen, zoals jij voorstelde, dan ontstaat er een interessant beeld. Mijn negenhonderdduizend — dat zijn investeringen in opleiding en huisvesting, waardoor ik zelfstandig ben geworden en geen geld meer bij jullie hoef te vragen.

Pavliks bijna negenhonderdduizend — dat is dekking van verliezen en direct onderhoud. De balans is vrijwel nul. Met één klein “maar”.

Ze hield weer even stil, en haar stem werd nu harder dan staal.

— Mijn investeringen zijn vijf jaar geleden gestopt. Maar in Pavlik blijven jullie nog steeds maandelijks twintigduizend steken. Plus operationele kosten. Dus als we eerlijk willen zijn, ben ík het niet die hem moet helpen met een woning.

Volgens dit financieel rapport is híj mij nu iets verschuldigd. Voor elke toekomstige maand die hij op jouw kosten blijft leven, zal zijn schuld aan mij alleen maar groeien. We zijn toch voor rechtvaardigheid, of niet?

Anja’s woorden vielen op de keukentafel als stukken ijs. Pavlik, die tot dat moment nog geprobeerd had wat brutale zelfverzekerdheid overeind te houden, barstte los. Hij sprong zo abrupt op dat de stoel achter hem met een klap tegen de muur schoof. Het bord met onafgegeten soep wankelde gevaarlijk.

— Wat… wat voor onzin klets jij daar?! — schreeuwde hij, terwijl hij met zijn vinger in haar richting wees. Zijn gezicht liep vuurrood aan. — Welke schuld? Ben jij helemaal gek geworden met je geld? Dit is familie! Wij zijn familie! En jij zit hier als een soort inspecteur met je rekenmachine! Jij bent geen zus, jij bent een telmachine!

Ljoedmila, die de woede van haar zoon zag, vond daar meteen houvast in. Haar verwarring sloeg om in blinde, moederlijke woede van een beschermster.

— Pavlik heeft gelijk! — riep ze, terwijl ze naar de tafel stapte en naast haar zoon ging staan, alsof ze een gezamenlijk front vormden. — Wie denk jij dat je bent? Je komt dit huis binnen, waar je bent opgegroeid, gevoed, en nu presenteer je ons een rekening? Wie ben jij daarna nog? Een vreemde, dat ben je! Je komt hier, zwaait met je ring en breekt onze familie uit elkaar!

Ze bleven op haar inbeuken, probeerden haar moreel te verpletteren, haar terug te dwingen naar het oude systeem waarin zij altijd de schuldige was. Ze eisten dat ze haar cijfers zou intrekken, haar excuses zou aanbieden, schaamte zou voelen en uiteindelijk zou doen wat ze van haar verwachtten — zwijgend geld geven. Maar Anja verroerde zich niet.

Ze keek rustig naar hun van woede verwrongen gezichten, en in haar ogen was geen spoor van angst of schuld. Alleen kille, afstandelijke beoordeling.

Ze luisterde tot ze uitgesproken waren en tot de stroom verwijten in de lucht bleef hangen, vermengd met de geur van afkoelende soep. Toen blokkeerde ze langzaam haar telefoon en legde hem met het scherm naar beneden op tafel.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE