ADVERTENTIE

— Waarom zou ík elke avond naar jouw moeder moeten rijden, haar wassen en haar luier verschonen? Huur een verzorgster voor haar in, want ik ga dat niet langer doen.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

Hij wachtte tevergeefs.

De stilte die na het telefoongesprek viel, was dik en zwaar. Ze trilde niet, ze drukte niet — ze was er gewoon, als een nieuw, onzichtbaar object in de kamer. Vadim legde de telefoon neer en kruiste zijn armen voor de borst, aannemend de houding van een overwinnaar. Hij keek Valeria aan met nauwelijks verhuld triomf, ervan overtuigd dat ze nu zou breken, naar hem toe zou komen en zich zou verontschuldigen. In zijn wereld was dit schaakmat. Hij had haar klemgezet met een onweerlegbaar bewijs — het lijden van zijn moeder — en wachtte nu op haar onvoorwaardelijke overgave.

Hij wachtte een minuut. Twee. Toen zei hij, zo luid dat ze het in elk deel van hun appartement zou horen:

— Vanaf morgen neem jij je taken weer op! Jij gaat naar mijn moeder en helpt haar, of je dat nu wilt of niet! Is dat duidelijk?!

Valeria liet zich langzaam van de koelkast loskomen. Ze zette één stap naar het midden van de keuken en bleef staan. Haar gezicht was kalm, bijna levenloos, maar diep in haar ogen begon een koude, donkere vlam te branden. Ze keek hem aan alsof ze hem voor het eerst zag — niet als haar verloofde, niet als de man van wie ze hield, maar als een vreemde, iemand die haar tegenstond.

En toen sprak ze. Haar stem was vlak, zonder een zweem van beven, maar er zat zo veel kracht in dat Vadim onwillekeurig rechtop ging staan.

— En waarom in hemelsnaam zou ík elke avond naar jouw moeder moeten gaan, haar wassen en haar luiers verschonen? Huur een verzorgster in voor haar, want ík ga dat nooit meer doen!

Deze woorden vielen in de stilte van de keuken als stenen. Niet als een schreeuw, maar als een vonnis. Vadim was met stomheid geslagen. Hij opende zijn mond om te protesteren, om al zijn rechtvaardige woede over haar uit te storten, maar ze gaf hem geen kans een woord te zeggen.

— Dacht je dat jouw kleine toneelstuk zou werken? — ze glimlachte spottend, maar het was een grimas van minachting. — Je dacht me onder druk te zetten met medelijden, me af te schilderen als een gevoelloos monster? Gefeliciteerd, je hebt me zojuist je ware gezicht laten zien. Het gezicht van een goedkope manipulator die bereid is zijn zieke moeder als knuppel te gebruiken om zijn vrouw in het gareel te slaan.

Hij keek naar haar, en zijn zelfverzekerdheid begon te barsten, als dun ijs onder iemands voeten. Dit was niet de Lera die hij kende. Dit was een andere vrouw, angstaanjagend in haar kille kalmte.

— Dus luister goed, Vadim, — vervolgde ze en deed nog een stap naar hem toe. — Er komt geen huwelijk. Ik ga mezelf niet begraven onder de luiers van mijn toekomstige schoonmoeder, alleen omdat mijn aanstaande echtgenoot dat als mijn plicht beschouwt. Ik wilde een gezin, geen levenslange dwangarbeid.

— Hoe durf je… — begon hij, maar zijn stem verdronk in haar blik.

— En nu over jouw moeder. Jij maakt je toch zo’n zorgen om haar, nietwaar? Jij bent toch zo’n liefhebbende zoon. Welnu, nu heb je een prachtige kans om dat te bewijzen. Jij kunt zelf een schort aantrekken en je zoonlijke plicht vervullen. Jij bent toch de man, het hoofd van de toekomstige familie. Vooruit. Elke avond, na je werk. Jij gaat voor haar koken, de vloer dweilen, haar was doen. En de luiers verschonen, Vadim. Vergeet de luiers niet. Het is tenslotte jouw moeder. Jouw plicht. Je zei het zelf — dit is de basis, dit is respect. Nou, toon dat respect dan ook.

Ze sprak het methodisch uit, elk woord als een spijker in zijn plaats slaand. Ze nam zijn eigen wapens — zijn woorden over plicht, familie en respect — en keerde ze tegen hem. Ze schilderde hem zijn eigen toekomst, precies die welke hij zo moeiteloos voor haar had voorbereid.

Toen ze uitgesproken was, draaide ze zich zonder een woord om en liep richting de hal. Ze rende niet, ze sloeg geen deuren dicht. Ze liep gewoon. Vadim keek naar haar rug, en langzaam drong het tot hem door. Niet dat hij haar had gekwetst. Maar dat zijn zorgvuldig opgebouwde wereld, waarin hij zich zo comfortabel had gevoeld, in één klap instortte. Hij had die zelf, met eigen handen, verwoest.

Ze pakte haar tas en sleutels van het kastje. Hij hoorde hoe ze haar schoenen aantrok. Hij wilde iets roepen, haar tegenhouden, maar er kwam geen geluid over zijn lippen. Zijn mond was droog.

De voordeur klikte zachtjes dicht.

Vadim bleef alleen achter in de keuken. Hij keek om zich heen, alsof hij de vertrouwde omgeving niet meer herkende. Zijn blik viel op de magnetron, waarin de vergeten lasagne stond. Een diner voor twee. Langzaam liep hij ernaartoe en trok het deurtje open. De geur van afgekoeld, uitgedroogd eten verspreidde zich door de keuken. De geur van een mislukt leven. En voor het eerst die avond voelde hij geen woede, geen gekrenktheid. Hij voelde dierlijke, ijskoude angst voor de werkelijkheid waarin hij zojuist was achtergelaten. Alleen. Met zijn plicht…

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE