Waarom Inna babyslofjes breide, wist ze zelf ook niet

Waarom begon Inna babyslofjes te breien? Ze wist het zelf niet precies…
Haar dochter was veertig, al twee jaar weduwe, en had geen kinderen. Ze was vorig jaar hertrouwd — met een jongere man, die nog van het leven wilde genieten, van vrijheid en rust.
Haar zoon was al lang geleden naar Amerika verhuisd en had geen plannen om terug te keren. Haar neefjes en nichtjes waren al volwassen, maar nog te jong om een gezin te beginnen. Misschien begon ze gewoon te breien omdat het garen zo mooi was — Lets garen, zacht en in delicate tinten.
Ze had slechts één bol gekocht. De kleuren waren zó zacht, pastelachtig. In eerste instantie wilde ze er een vestje voor zichzelf van maken. Ze kocht dunne breinaalden, een haaknaald — en begon…
En ineens waren de eerste kleine slofjes klaar. Er was nog veel garen over.
’s Avonds breide ze een mutsje, de volgende dag een rompertje en een klein vestje. Ze opende haar doos met knopen en koos de allerkleinste — met lieveheersbeestjes erop.
Daarna ging ze naar de badkamer, waste de kleine kleertjes voorzichtig met wolwasmiddel in warm water en fluisterde met een zucht:
— Ik zal sterven zonder ooit een kleinkind in mijn armen te hebben gehouden…
Ze legde de kleertjes op een handdoek op tafel. — Er is ergens ter wereld een baby waarvoor dit perfect is.
Ze opende haar laptop en begon te zoeken. Kindertehuizen in haar stad. Ze las, dacht na.
Ze stond op, kleedde zich aan en ging naar de winkel. Ze kocht nog meer garen — nu in een jongensachtige blauw. Ze begon opnieuw te breien.
Ze maakte een jongenssetje. Toen tien paar slofjes, tien mutsjes. Allemaal in verschillende kleuren. Ze bracht ze naar het dichtstbijzijnde kindertehuis.
— Helaas, zonder certificaat mogen we dit niet aannemen — zei de medewerkster. — Breng liever luiers, daar is altijd behoefte aan.
Inna hield haar tranen nauwelijks in.
— Nou goed dan — glimlachte de vrouw. — We bedenken wel iets. Laat ze eerst even passen bij de kindjes.
Ze nam een baby op haar arm en gaf hem een kusje.
— Wat zijn ze klein… ze hebben echt een moeder nodig.
Ze trok hen de slofjes aan, paste de mutsjes. Daarna ging Inna weer naar huis.
Haar man kwam laat op de avond thuis. Hij vroeg wat ze de hele dag had gedaan. Inna wist niet wat ze moest zeggen. Ze had niet gekookt, de koelkast was leeg.
— Ik heb gebreid voor het kindertehuis, maar ze zeiden dat ze luiers nodig hadden — zei ze, terwijl ze hem aankeek.
— Goed dan — antwoordde hij — kook wat aardappelen, dan halen we morgen luiers.
Ze pakte een pan en begon aardappelen te schillen.
— Ze geven ons toch nooit een kind. We zijn te oud. Ik ben 61, jij 62.
— Misschien… maar ze sturen ons tenminste niet weg. We kunnen praten, helpen, op bezoek gaan. Jij kunt blijven breien. We bedenken wel iets.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !