Semen Ivanovitsj stond op, omhelsde haar voorzichtig, onwennig, alsof hij bang was dit nieuwe gevoel te verstoren, en fluisterde:
— Heer… Dank U dat ik dit bij leven mocht weten.
Ksjusja drukte zich tegen hem aan en voelde plots dat de angst die ze ooit had gehad voor de strenge hoofdarts spoorloos verdwenen was. Voor haar stond geen strenge chef, maar haar grootvader, die zovele jaren alleen had geleefd, zonder te weten dat hij familie had.

Vanaf dat moment veranderde alles. En allereerst — Semen Ivanovitsj zelf.
De medewerkers van het ziekenhuis keken elkaar veelbetekenend aan: waar was die strenge, harde hoofdarts gebleven, wiens blik zelfs ervaren chirurgen deed beven? Natuurlijk bleef hij veeleisend, maar in zijn stem klonk nu een warmte die niemand eerder had gehoord. Hij begon vaker te glimlachen, maakte soms zelfs grapjes.
— Onze hoofdarts lijkt wel twintig jaar jonger geworden, — fluisterden ze in de gangen.
En thuis werd hij een ander mens. Steeds vaker ging hij naast Ksjusja zitten en vertelde verhalen uit zijn studententijd. Hij noemde haar nu “mijn kleindochtertje”, en dat woord deed haar hart telkens overslaan.
En toen brak de dag aan dat Ksjusja haar diploma kreeg. Rood, zoals ze had gedroomd. Semen Ivanovitsj was bij de uitreiking aanwezig, trots en ontroerd, en keek naar haar zoals alleen de meest dierbare mensen kunnen kijken.
Na het feest zei hij rustig maar vastberaden:
— Nou, kleindochtertje. Het is tijd dat we vertrekken.
— Waarheen? — vroeg ze, niet meteen begrijpend.
— Naar huis, naar jouw stad. Je kunt je niet voorstellen hoe moeilijk het voor me was om niet meteen naar Ljoebasja te rennen toen ik dit hoorde, maar ik heb gewacht tot jij je examens achter de rug had, zodat we samen konden gaan. En hier moest ik ook mijn zaken afronden.
Weet je, ik was al lang van plan een kleine privékliniek te openen. En nu weet ik het zeker — ik open haar daar, waar mijn familie woont. En jij gaat me helpen.
Ksjusja slaakte een kreet.
— Is het echt waar, opa?
Hij glimlachte ondeugend:
— Denk je dat ik over zulke dingen grapjes maak?
En toen brak de dag aan waarop ze vertrokken naar diezelfde stad waar Ljoebasja ooit heen was gegaan.
Om te voorkomen dat zijn verschijning voor haar een te zware schok zou zijn, besloot Semen eerst in een hotel te overnachten.
— Ga jij maar vast naar huis, — zei hij tegen Ksjusja. — Bereid oma voor. Ik wil niet dat dit voor haar als een klap komt. Er zijn tenslotte zoveel jaren verstreken… Laat haar dit nieuws rustig verwerken.
Hij sprak kalm, maar zijn handen trilden. Zoveel jaren had hij alleen maar van deze ontmoeting kunnen dromen, en nu was ze zo dichtbij.

Ksjusja stemde toe. Ook in haar ogen lag spanning te lezen.
Ze kwam thuis, omhelsde haar oma, beantwoordde lange tijd haar vragen, verzamelde haar moed en zei toen voorzichtig:
— Oma, we krijgen vanavond bezoek.
— Bezoek? — Ljoebov Viktorovna kneep haar ogen verbaasd samen. — Wie dan? Heb je soms een verloofde gevonden?
— Beter nog! — antwoordde Ksjusja. — Iemand heel… heel belangrijk. Degene op wie je je hele leven hebt gewacht.
Ljoebov Viktorovna werd bleek, want degene op wie zij gewacht had, was volgens haar al lang niet meer in deze wereld.
— Oma, maak je alsjeblieft geen zorgen, — zei Ksjusja zacht en pakte haar hand. — Opa leeft. Hij leeft, begrijp je? Ze hebben je bedrogen. En vanavond komt hij hier.
Enkele seconden heerste er stilte in de kamer, doorbroken alleen door het tikken van de klok, en toen sprong Ljoebov Viktorovna overeind.
— Ik kan niet tot vanavond wachten! Waar is hij?! Waar?!
En al een uur later klopte ze op de hotelkamerdeur.
Semen Ivanovitsj deed open en verstijfde. Op de drempel stond zij — zijn Ljoebasja. Ouder natuurlijk, met zilveren lokken in haar haar, maar in haar ogen nog steeds dezelfde zachte warmte die hij zijn hele leven had onthouden.
— Ljoeba… — fluisterde hij, zijn stem trilde verraderlijk.
Zij legde haar handen op haar borst, alsof ze bang was dat haar hart eruit zou springen.
— Sjoma…
Hij deed een stap naar voren, nog één, en in het volgende moment omhelsden ze elkaar, alsof die eindeloos lange jaren van scheiding nooit hadden bestaan.

— Levend… — fluisterde Ljoebasja, zich tegen zijn schouder drukkend. — Levend… Heer, is dit werkelijk waar?
— Levend, — herhaalde hij, terwijl hij in haar ogen keek. — En jij leeft ook, en nu laat ik je nooit meer los.
En Ksjusja keek naar hen en begreep: dít is echte liefde, die niet sterft door tijd, noch door tegenspoed, noch door afstand.
Al snel vond er nog een ontmoeting plaats, minstens zo ontroerend. Semen Ivanovitsj zag voor het eerst zijn dochter — Ksjusja’s moeder, van wie hij niet eens had geweten dat ze bestond.
Hij stond in de deuropening en voelde hoe zijn hart opnieuw bijna uit zijn borst sprong. Ze keek hem lang aan, deed toen een stap naar voren, sloeg haar armen om hem heen en zei slechts:
— Papa… — waarna ze in tranen uitbarstte op zijn schouder.
En dat was genoeg om de tientallen jaren die hen waren ontnomen door andermans leugens en omstandigheden, onbelangrijk te maken.
Semen Ivanovitsj hield zijn belofte en opende een privékliniek. Klein, maar met de modernste apparatuur en met dezelfde principes die hij altijd had gevolgd: eerlijkheid, zorg voor de patiënt, geen half werk. Ksjusja bleef studeren en werkte naast haar grootvader — eerst hielp ze als assistente, maar gaandeweg nam ze steeds meer verantwoordelijkheden op zich. Hij was trots op haar en zei telkens:
— Kijk eens, Ljoebasja, wat een kleindochter wij hebben!
’s Avonds thuis kwamen ze allemaal samen: oma, opa, dochter met haar man, kleindochter. Aan tafel klonk gelach, herinnerden ze zich het verleden en maakten ze plannen voor de toekomst. En iedereen begreep: het leven had hen een tweede kans op geluk gegeven.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !