— Hoe durf jij…
— Hoe ik durf? — Anna deed een stap naar voren, en de schoonmoeder deinsde instinctief achteruit. — En hoe durft u hier elk weekend met uw vriendinnen aan te komen zetten en mijn huis te veranderen in een gratis vakantieoord? Hoe durft u te beslissen over mijn tijd, mijn eten, mijn huis? Hoe durft u uw kennissen wijs te maken dat dit úw datsja is?…
De vriendinnen van Valentina Petrovna keken elkaar aan. Een van hen kuchte ongemakkelijk.

— Valja, misschien zijn we inderdaad niet op het juiste moment gekomen…
— Welnee! — protesteerde Valentina Petrovna heftig, maar in haar stem klonk al niet meer dezelfde zekerheid. — We zijn toch familie! Anechka is gewoon moe, daarom zegt ze zulke onzin.
— Onzin? — Anna lachte, maar het was geen vrolijke lach. — Onzin is denken dat je je hele leven ongestraft kunt teren op de goedheid van anderen. Onzin is geloven dat als iemand één keer zwijgt, diegene altijd zal blijven zwijgen. Onzin is je vriendinnen een fijne vakantie beloven op andermans kosten.
De laatste woorden raakten doel. Valentina Petrovna werd rood, en haar metgezellen keken haar nieuwsgierig aan.
— Dus dit is niet uw datsja? — vroeg een van hen.
— Natuurlijk wel, de onze! — riep Valentina Petrovna uit. — Ik bedoel… het is een familiedatsja… mijn zoon…
— Mijn zoon heeft er niets mee te maken, — zei Anna vastberaden. — Deze datsja behoort mij toe. Alleen mij. En alleen ík bepaal wie ik hier ontvang.
Ze liep naar het tuinhek, maar draaide zich vlak voor de uitgang nog even om.
— Trouwens, Valentina Petrovna. Zeg tegen Sergej dat als hij wil avondeten, hij me bij de grote steen stroomafwaarts kan vinden. En u vraag ik om mijn huis te verlaten vóór ik terugkom.
— Anna! — riep Sergej haar achterna, maar zijn vrouw verdween al achter het hek.
De weg naar de rivier duurde zo’n tien minuten door een dennenbosje. Anna liep snel, voelend hoe met elke stap de spanning van haar afviel. Eindelijk had ze alles gezegd wat ze dacht. Eindelijk had ze haar schoonmoeder op haar plaats gezet.
Bij het water was het stil en koel. Anna kleedde zich uit, liep de rivier in en zwom naar het midden. Het water was warm van de augustuszon, de stroming omhulde haar lichaam zachtjes. Ze draaide zich op haar rug en keek naar de lucht, waar witte wolken dreven.
Na een uur verscheen Sergej aan de oever. Hij ging in het gras zitten naast de spullen van zijn vrouw en zweeg lange tijd.
— Ze zijn weg, — zei hij uiteindelijk.
— Allemaal? — vroeg Anna terwijl ze uit het water kwam.
— Allemaal. Mama zei dat ze hier niet meer zal komen. Dat je haar beledigd en vernederd hebt voor de ogen van anderen.
Anna droogde zich af met een handdoek en zweeg.
— En haar vriendinnen vroegen waarom ik niet gezegd had dat dit jouw datsja is, — ging Sergej verder. — Ik voelde me ongemakkelijk.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !