— Tatjana, kalmeer. Tot de bruiloft is er nog een hele week. Je kunt je op elk moment bedenken. En nog iets… Stas is een goede jongen, slim, maar er is iets in hem gebroken. Je zult het zelf wel begrijpen.
Tatjana stapte uit de auto, hielp haar dochter eruit en verstijfde plotseling toen ze naar het huis keek. Het was niet zomaar een gebouw — het was een echt kasteel. En Sonja kon zich niet inhouden en riep blij uit:
— Mam, we gaan nu als in een sprookje wonen?!

Ivan Petrovitsj lachte, tilde het meisje op in zijn armen:
— Vind je het mooi?
— Heel mooi!
Tot aan de bruiloft ontmoetten Tatjana en Stas elkaar slechts een paar keer — tijdens diners. De jongen at nauwelijks, sprak bijna niet. Hij zat gewoon aan tafel, fysiek aanwezig maar met zijn gedachten ergens ver weg. Tatjana observeerde hem voorzichtig. Uiterlijk was hij knap, maar bleek, alsof hij al lang geen zonlicht meer had gezien. Ze voelde: ook hij leefde met pijn. En ze was hem dankbaar dat hij het onderwerp van hun aanstaand huwelijk niet aansneed.
Op de trouwdag krioelde het om Tatjana heen, het leek wel honderd mensen. De jurk werd letterlijk de dag ervoor gebracht. Toen ze hem zag, zakte ze neer op een stoel:
— Wat zal die wel niet kosten?
Ivan Petrovitsj glimlachte:
— Tatjana, je bent veel te gevoelig. Dat kun je maar beter niet weten. Maar kijk eens wat ik nog heb.
Hij haalde een miniatuurversie van de trouwjurk tevoorschijn.
— Sonja, zullen we passen?
Het meisje gilde zo hard van vreugde dat iedereen zijn oren moest dichtdrukken. Daarna volgde een pasbeurt — het kleine prinsesje paradeerde trots door de kamer, stralend van geluk.
Op een gegeven moment draaide Tatjana zich om en zag Stas. Hij stond in de deuropening van zijn kamer en keek naar Sonja. In zijn ogen — een zweem van een glimlach.
Sonja woonde nu in de kamer naast hun slaapkamer. Hun slaapkamer. Vroeger had Tatjana zich nooit kunnen voorstellen dat ze hier terecht zou komen.
Ivan Petrovitsj stelde voor naar het buitenhuis te gaan, maar Stas schudde zijn hoofd:
— Dank je, pap. We blijven thuis.
Het bed in de slaapkamer was enorm. Stas hield afstand, toonde geen enkele bedoeling. En Tatjana, die de hele nacht van plan was op haar hoede te zijn, viel onverwacht snel in slaap.
Een week ging voorbij. ’s Avonds begonnen ze te praten. Stas bleek ongelooflijk intelligent, met gevoel voor humor, geïnteresseerd in boeken en wetenschap. Geen enkele poging deed hij om dichter bij haar te komen. Langzaam begon Tatjana zich te ontspannen.
Op een nacht schrok ze plotseling wakker — haar hart bonsde wild.
— Er is iets mis…
Ze rende naar de kamer van haar dochter. Daar gebeurde precies waar ze bang voor was — Sonja kreeg een aanval.
— Stas, help! Bel een ambulance!
Binnen een seconde stond hij al in de deuropening, greep snel de telefoon. Een minuut later kwam de slaperige Ivan Petrovitsj aangerend:

— Ik bel zelf Alexej.
De ambulance arriveerde snel. De artsen waren onbekend — met nette pakken, modern apparatuur. Daarna kwam de huisarts. Ze overlegden lang, toen de aanval voorbij was. Tatjana zat bij haar dochter. Stas zat naast haar. Hij hield het handje van het meisje vast.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !