Toen zei Mike op een dag dat we haar moesten laten gaan.
‘Ik denk dat ze een oogje op me heeft,’ zei hij. ‘Als we alleen zijn, maakt ze opmerkingen.’
‘Wat voor soort opmerkingen?’ vroeg ik.
Hij haalde zijn schouders op. « Over mijn pak. Mijn parfum. Niets extreems, gewoon… ongemakkelijk. »
Dus hebben we haar ontslagen.
Op dat moment voelde ik me gerustgesteld. Hij was rechtstreeks naar me toegekomen. Het voelde als bewijs dat we nog steeds eerlijk tegen elkaar waren – nog steeds een team. Ik negeerde het stemmetje in mijn hoofd dat me vertelde dat er meer was wat hij niet zei.
Ik heb mezelf wijsgemaakt dat het jaloezie was. Dat ik te veel nadacht.
Ik was niet voorzichtig. Ik was naïef.
Ik ging ervan uit dat de moeilijke fase achter ons lag. Ik ontspande me. Ik liet me door de routine wijsmaken dat alles goed was.
Op kerstochtend werd die illusie verbrijzeld.
Het begon heel normaal: overal inpakpapier, koffie die afkoelde op tafel, Simon die trilde van die jaarlijkse opwinding. Alle cadeaus onder de boom hadden we samen uitgekozen… althans, dat dacht ik.
Mike gaf Simon een middelgrote doos. « Deze is van de Kerstman, » zei hij.
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !