ADVERTENTIE

Terug thuis gekomen door een geannuleerde vlucht, stond Katja sprakeloos op de drempel: “Alles, maar niet dit!”

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

— Dit kan niet waar zijn… — fluisterde Katja, terwijl ze angstig naar de halfopen slaapkamerdeur keek. Ze had haar man niet gezien, maar die vreemde ogen die haar spottend recht aankeken, zou ze nooit vergeten.

Schok.
Verstarring.
Volledig onbegrip over wat te doen en de weigering om de realiteit te accepteren van wat zojuist gebeurd was.

Ze stond als een standbeeld midden in de kamer, niet in staat zich te bewegen, bleef kijken naar die verdomde kier tussen de deur en het kozijn, alsof daarachter de dood zelf schuilging.

— Hé… hallo? — haar man merkte haar eindelijk op en sprong gemakkelijk uit bed. — Wat doe jij hier? Was je niet al in het vliegtuig?

Hij kwam naar haar toe en sprak zo kalm alsof er niets bijzonders was gebeurd. Alsof ze echt was weggegaan en nu gewoon te vroeg teruggekeerd was.

Er zat geen spoor van verwarring of schuld in zijn stem. Het was alledaags, alsof ze het over het weer of het avondeten hadden.

Katja zag een vleugje irritatie in zijn ogen flitsen, maar hij herpakte zich snel en haalde zijn schouders op:
— Ik breng het meisje even weg en ben zo terug…

Hij liep de slaapkamer in en voegde zachtjes toe voordat hij de deur sloot:
— Kleed je aan, zonnetje…

Dat “zonnetje” sloeg in als een klap in haar gezicht. Het was dat woord dat Katja uit haar verlamming haalde.

— Zo dus… Dus zulke woorden horen bij jouw woordenschat, Edik, — dacht ze bitter. — Maar niet voor mij. Wat was ik naïef… Ik zocht overal redenen waarom hij afstand nam, las adviezen van psychologen, probeerde alles goed te maken. Maar het was allemaal voor niets. Alles was zo simpel… en tegelijkertijd ongelooflijk smerig.

Automatisch koos Katja het nummer van haar moeder.

— Hallo, zijn jullie nog niet met Maroesja naar het park? Nee? Bij de uitgang? Geen probleem, ik kom zo naar jullie toe. Wacht een half uurtje, ik heb de sleutels niet. Oké?

Ze was pas zestien toen ze Edik voor het eerst zag — de vriend van de oudere broer van haar vriendin Aljonka.

Ze zag hem en werd hopeloos verliefd. Hij leek haar een god, Apollo, het ideale mannelijke wezen waar je onmogelijk niet verliefd op kon worden.

Die avond vierden ze de verjaardag van die broer in een café. Eerst wilde Katja niet eens gaan — te veel vreemden, te lawaaierig. Maar Aljonka stond erop.

Precies die avond maakte Katja’s lot een wending. Ze koos één pad uit duizenden — en liep het.

— Meisje, je bent nog te jong, — grijnsde Edik toen Katja, blozend, voorstelde om te dansen. — Je bent knap, een echt poppetje. Maar een kind. En ik ga niet om met minderjarigen.

— Ik ben zestien! En ik heb al een paspoort!

— Oh… als je een paspoort hebt, dan mag het wel, — glimlachte hij.

Die glimlach was mooier dan alles wat Katja ooit had gezien. En toen begreep ze: de liefde van haar leven is hij.

Edik bracht haar terug naar de tafel, bedankte haar voor de dans en keek haar de hele avond niet meer aan. Zijn aandacht was helemaal voor die lange blondine die hem niet losliet.

— Maar zij is oud! — protesteerde Katja bijna huilend. — Ze is zeker ouder dan vijfentwintig! Dus ouder dan hij!

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE