ADVERTENTIE

“Slechts één man van de honderden passagiers raadde wat de stationkat wilde.”

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

— Eerst belde ik elke dag. Toen stopte ik. Ik wachtte tot hij zelf zou bellen. Maar hij deed het niet. En nu staat mijn trots in de weg. En wie heeft mij nou nog nodig?…

Van buiten kwam de geur van warme pasteitjes. Zoet en met kaneel. De man glimlachte.

— Marina bakte die op zaterdag altijd.

Op dat moment kwam de kat voor het eerst naar hem toe, snoof aan zijn schoen en broekspijp. Viktor hield zijn adem in.

— Vind je me leuk? Of zijn we allebei gewoon verloren?

Het aankondigingsbord liet weten dat de trein arriveerde. Viktor stond op.

— Ik moet gaan. Vergeet de worst niet.

De kat bleef naar hem kijken, zonder te knipperen.

’s Avonds was hij weer op het station. De elektrische trein was gearriveerd, mensen stapten uit. De kat stond. Niet zoals gewoonlijk zat hij niet. Hij keek aandachtig naar de gezichten.

— Ben je weer hier? — Viktor stopte. — Je hoopt nog steeds?

Hij ging zitten en streek voorzichtig over het kattenhoofd. De kat sloot zijn ogen en wreef tegen zijn hand.

— Vandaag ben ik naar de kerk geweest. Heb een kaarsje voor Marina aangestoken. En voor Sasja. Ik belde hem op, maar hij nam niet op. Hij was bang.

De kat miauwde. Helder en duidelijk, alsof hij zei: “Het is tijd.”

Op de derde dag kwam Viktor met een rugzak. Erin: boterhammen, een thermoskan en… een nieuwe blauwe halsband. Hij had hem gekocht zonder te weten waarom.

De elektrische trein had vertraging. Hij pakte zijn telefoon. Zijn vingers trilden. Hij drukte op ‘bellen’.

— Hallo? — de stem van zijn zoon klonk voorzichtig. — Papa? Ben jij dat?

Drie jaar. En die vertrouwde, trillende stem aan de lijn.

— Ja, Sasja. Ik… hoe gaat het daar?

De kat kwam dichterbij en legde zijn poot op zijn schoen.

Stilte. Langdurig, stroperig, als vloeibaar door de ruimte trekkend. Viktor Semjonitsj was al voorbereid op een verbroken verbinding, maar in plaats daarvan…

— Alles is goed, papa. Mariska is dit jaar naar school gegaan. Eerste klas.

— Naar school? — Viktor knipperde verrast. — Ze is nog zo klein…

— Ze is al zeven. De tijd vliegt, papa.

Weer een pauze. De kat, die op het bankje lag, schoof zachtjes dichterbij en raakte met zijn zij de been van de man aan.

— Luister, Sasja, ik… — Viktor haalde diep adem. — Ik had ongelijk. Toen, na de begrafenis… heb ik je veel te veel gezegd. Vergeef me alsjeblieft.

Zijn zoon zuchtte diep, en dat geluid zat vol met een storm van emoties.

— Ik ben ook geen engel, papa. Ik had niet moeten gaan… je alleen achterlaten.

— Jij kunt er niks aan doen, — zijn stem beefde. — Jij hebt een gezin, werk. Je eigen weg.

— Papa, maar jij bent ook mijn familie. We missen je. Mariska vraagt wanneer opa komt.

Een traan gleed over Viktors wang. Hij veegde hem snel weg met zijn mouw, verbergde zijn emotie.

— Vraagt ze dat serieus?

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE