ADVERTENTIE

Op een koele herfstochtend, toen de mist het veld nog dik bedekte, maakte István, de middelbare boswachter, zijn gebruikelijke wandeling in het nabije bos. Terwijl hij tussen de gevallen bladeren liep, hoorde hij zacht gehuil vanachter de struiken

Op een koele herfstochtend, toen de mist het veld nog dik bedekte, maakte István, de middelbare boswachter, zijn gebruikelijke wandeling in het nabije bos. Terwijl hij tussen de gevallen bladeren liep, hoorde hij zacht gehuil vanachter de struiken

“Wie is daar?” vroeg Stefan voorzichtig terwijl hij naderbij kwam.

Achter de struiken zaten twee ineengedoken meisjes te rillen van de kou. Ze waren vies en hun ogen stonden vol angst.

“Wees niet bang, ik zal jullie helpen,” zei Stefan terwijl hij zijn jas uittrok om hen toe te dekken.

“Hoe heten jullie?” vroeg hij zacht.

“Ik ben Ania, en dit is mijn zusje Lila,” antwoordde het oudste meisje.

Stefan nam hen mee naar huis, waar zijn vrouw Maria – die sinds een ongeluk in een rolstoel zat – hen opwachtte met warme thee en eten.

“Wie zijn deze kinderen, Stefan?” vroeg Maria verbaasd.

“Ik vond ze in het bos. Ze waren alleen. Ik kon ze daar niet laten.”

“Nee, natuurlijk niet. Ze blijven bij ons tot we een oplossing vinden,” zei Maria met een glimlach.

Die avond aten ze samen: Stefan, Maria, Ania en Lila. De meisjes keken nog steeds angstig om zich heen, maar Maria’s warme glimlach leek hen beetje bij beetje gerust te stellen.

“Deze aardappelpuree is heerlijk…” fluisterde Ania.

“Ik ben blij dat je het lekker vindt,” antwoordde Maria langzaam etend. “Het was Stefans lievelingseten als kind.”

“Echt?” Lila’s ogen glinsterden. “Misschien wordt het ook mijn lievelingseten!”

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE