ADVERTENTIE

Op een dag bracht Egor zijn kat naar de dierenkliniek voor een vaccinatie. Ze wachtten al bijna een halfuur op hun beurt, want het was vandaag druk met veel mensen die op consult waren. Naast hem zat een vrouw met een Britse korthaar in een draagmandje. De kat was stil, het leek wel alsof hij er niet was, zo onopvallend gedroeg hij zich

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Op een dag bracht Egor zijn kat naar de dierenkliniek voor een vaccinatie. Ze wachtten al bijna een halfuur op hun beurt, want het was vandaag druk met veel mensen die op consult waren. Naast hem zat een vrouw met een Britse korthaar in een draagmandje. De kat was stil, het leek wel alsof hij er niet was, zo onopvallend gedroeg hij zich

“Wat is er met hem aan de hand?” vroeg Egor.
“Zijn poot is gewond,” antwoordde de vrouw.
“Nou, dat valt vast te verhelpen,” zuchtte Egor en keek weer naar de hoek van de kamer, waar een hond met droevige ogen op de vloer zat, opgerold. De hond bewoog bijna niet, hoewel zijn baas, een grote man met een rood gezicht, de riem van hem had gehaald. Alleen de ogen spraken – ze vertelden iets wat Egor niet kon begrijpen, maar wel voelde.

Steeds weer keek Egor naar de hond, maar er veranderde niets. Bewegingloosheid en een soort berusting. Ja! Berusting! Dat woord kwam ineens bij hem op.

Toen was het hun beurt. Egor pakte zijn Marsik op en ging vastberaden de spreekkamer in. Terwijl Marsik de injectie kreeg, keek Egor naar de posters aan de muren over dierenverzorging en behandeling.

“Zit die hond er nog steeds?” klonk plots de stem van de dierenarts.
“Welke?” vroeg Egor verbaasd.
“Die daar, die mee is gebracht voor euthanasie.”
“Hoe bedoel je, euthanasie? Die droevige hond in de hoek?”
“Ja. Hij komt al voor de tweede keer. De eerste keer hebben we hem ervan proberen te overtuigen het niet te doen, met moeite hield hij het een week vol en toen kwam hij weer terug. Hij zegt dat hij geen tijd heeft om voor de hond te zorgen, hij werkt te veel. Maar de hond is nog jong. Hij is alleen groot geworden, maar pas vier jaar oud. Jammer van de hond… Maar hij is koppig als een bok en zit hier al de hele ochtend te wachten…”

Egor voelde ineens een hete gloed, alsof hij werd omgeven door warme lucht. Nu begreep hij waarom hij dat woord dacht – berusting! De hond voelt waarvoor hij hier is gebracht en heeft zich bij zijn lot neergelegd. Hij ligt stil en wacht. Hij beweegt niet eens.

“Hier is uw kat, u kunt hem meenemen. We zien u graag terug, Marsik heeft nog een vaccinatie nodig,” zei de dierenarts.
“Ja, bedankt, ik zal het niet vergeten,” mompelde Egor terwijl hij Marsik in de draagmand stopte. Marsik liep een beetje heen en weer en ging toen weer in zijn vertrouwde krul liggen.

Egor rende de kamer uit en liep recht naar de man met het rode gezicht toe.
“Geef mij die hond!”
“Wie?” begreep de man niet.
“Jouw hond. Je hebt hem toch niet meer nodig!”

Op dat moment hief de hond, die tot dan toe helemaal stil had gezeten, zijn hoofd en kwispelde een beetje met zijn staart…
“Ja, neem hem maar mee, hij is toch niet van mij…” mompelde de man en duwde Egor haastig de riem in de hand, alsof hij bang was dat Egor van gedachten zou veranderen.
“Hoe heet hij?” schreeuwde Egor door de halfopen deur.
“Jack!” riep de man en liep snel weg.

Op dat moment stond de hond op en zijn ogen glansden met een gekke vonk van hoop. Alsof hij zei: “Is het waar? Droom ik niet? Neem je me mee? Laat je me hier niet alleen achter?”

Egor zette de draagmand op de grond en omarmde de hond om zijn nek:
“Nou Jack, we leven nog, we gaan niet dood. We gaan nu naar huis, ik stel je aan iemand voor… Maar doe Marsik niets, hij is lief. Jullie moeten vrienden worden, anders gaat het niet lukken…”

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE