
Stilte. Alleen haar hakken op de marmeren vloer en het vage geluid van de muziek.
— Ik moet hem zien. Met hem praten, — zei hij.
Svetlana schudde haar hoofd:
— Hij is er nog niet klaar voor. Maar hij zal het zien. Alles. Ik neem hem niets kwalijk. Maar… nu is alles anders.
Ze gingen terug. Viktor vroeg haar ten dans. Een wals. Licht als de lucht. En daar dansten ze, in het midden van de zaal, terwijl iedereen keek. Sasjka verstijfde. Wie was die man? Waarom leek zijn moeder een koningin? Waarom keek iedereen niet naar hém, maar naar háár?
Hij voelde iets breken vanbinnen. Voor het eerst in zijn leven schaamde hij zich. Voor zijn woorden, zijn onverschilligheid, zijn jarenlange blindheid.
Toen de dans voorbij was, liep hij naar haar toe:
— Mama… Even… Wie is dat?
Ze keek hem recht aan. Glimlachte — kalm, verdrietig en trots tegelijk.
— Dat is Viktor. Je vader.
Sasjka verstijfde. Alles werd dof, alsof hij onder water was. Hij keek naar Viktor, toen weer naar zijn moeder.
— Jij… je meent het?
— Heel zeker.
Viktor stapte naar voren:
— Hallo, Sasjka. Ik ben Viktor.
Stilte. Niemand zei iets. Alleen de ogen spraken. Alleen de waarheid.
— Wij drieën, — zei Svetlana, — hebben veel om over te praten.
En ze liepen weg. Niet luid, niet plechtig. Gewoon — met z’n drieën. Een nieuw leven begon. Zonder verleden. Maar met waarheid. En misschien… met vergeving.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !