Ze ontwikkelde een uniek softwareproduct — een analytisch programma dat met ongelooflijke nauwkeurigheid schommelingen op de financiële markt kon voorspellen.
Om haar toestand geheim te houden, koos ze een pseudoniem.
Zo werd een legende geboren in de zakenwereld — de mysterieuze en onbereikbare “Lady Venus”, een financieel genie dat zich nooit persoonlijk toonde en alleen communiceerde via videolink vanuit een hoge stoel, half verborgen in de schaduw.
Een jaar verstreek. Met Artem ging het slecht. Zijn relatie met de dochter van een invloedrijke ambtenaar was ingestort als een kaartenhuis toen bleek dat hij geen toekomstige oligarch was, maar slechts een dromer.
Het bedrijf dat hij na de breuk met Marina vol trots en hoop had opgericht, stond op de rand van de afgrond. Partners haakten af, investeerders eisten hun geld terug, schuldeisers dreigden met rechtszaken. Hij raakte in paniek, stond op het randje van een zenuwinzinking.
Op een avond in een halfdonkere bar zei een voormalige collega, al behoorlijk dronken, spottend tegen hem:
— Gehoord van Lady Venus? Ze schijnt alles te kunnen redden wat aan het zinken is. Maar jij, Sokolov, jij komt niet eens in haar buurt — dat is niet jouw niveau. Jij zit niet onderaan… jij bént de zool van oplichters.
Die woorden raakten Artem harder dan faillissement. Het was de druppel…
Een hele week vernederde hij zichzelf: hij belde oude kennissen, smeekte, bood provisies aan, vleide zich in — alles om maar een afspraak te krijgen met die mysterieuze vrouw.
Na tientallen doorverwijzingen kreeg hij een ontmoeting toegewezen in het meest chique zakencentrum van de stad. Hij maakte zijn beste pak schoon, oefende urenlang zijn smeekbede voor de spiegel, klaar om op zijn knieën te vallen en om hulp te vragen.
Hij stelde zich een strenge, ervaren zakenvrouw voor, die kracht en vastberadenheid waardeert.
Een luxueus kantoor op de bovenste verdieping. Panoramische ramen bieden uitzicht over de hele stad. Achter een enorme zwarte houten tafel, in een massieve stoel met de rug naar de deur, zat een vrouw. Ze keek naar de stad alsof ze die in haar hand hield.
Artem kwam binnen, zijn hart bonsde zo luid dat het zijn gedachten overstemde. Hij haalde diep adem en begon:

— Mevrouw Venus… Goedendag. Ik ben Artem Sokolov. U bent mijn laatste hoop. Mijn bedrijf stort in, ik sta op het randje van een financiële ramp… Maar ik weet dat u alles kunt. Uw talent is legendarisch. Alstublieft, help mij…
Hij sprak lang, bijna hysterisch, somde zijn problemen op, gaf zijn partners de schuld, klaagde over het lot, smeekte om hulp. De vrouw bewoog niet en luisterde zwijgend. Hij dacht dat dit een teken van aandacht was en ging nog wanhopiger door.
Toen hij stopte, trilde zijn stem, werd zijn gezicht rood van vernedering en angst. De stoel draaide langzaam, zonder een geluid.
Artem verstijfde. Voor hem zat Marina. Diezelfde. Maar totaal veranderd. Koud, zelfverzekerd, met de glans van een overwinnaar in haar ogen.
Maar ze zat niet in een gewone bureaustoel, maar in een ultramoderne rolstoel, bekleed met leer en metaal. Het zag er niet uit als een symbool van nederlaag — eerder als een troon van een koningin die haar wereld regeert.
Zijn adem stokte. Een herinnering flitste door zijn hoofd — het ziekenhuis, haar tranen, zijn wrede woorden…
— Ma… Marina? Ben jij dat? Hoe… — bracht hij nauwelijks uit.
Ze bekeek hem langzaam van top tot teen — zijn versleten pak, ingevallen wangen, zijn blik vol pijn en hoop.
— Helpen? — vroeg ze koel, met een vleugje minachting. — Waarom zou ik mijn tijd verspillen aan iets dat geen winst oplevert?

Ze drukte op een knop op de armleuning en riep de beveiliging. De deur zwaaide geruisloos open en twee forse mannen in strakke pakken kwamen binnen.
— Breng meneer Sokolov weg. Zijn tijd is om.
Artem stond als verlamd. Pas toen de bewakers hem bij de armen namen, voegde Marina toe zonder hem uit het oog te verliezen:
— Voor mijn bedrijf is hij een nutteloze last.
Een maand later ging Artem’s bedrijf officieel failliet. Hij verloor alles — zijn bedrijf, zijn contacten, zijn zelfrespect. Er wordt gezegd dat hij terugging naar zijn ouders op het platteland en nu als winkelmanager werkt in een lokale elektronicawinkel.
En Marina, nu bekend in de zakenwereld als “Lady Venus”, werd een van de invloedrijkste figuren in de financiële sector.
Een deel van haar vermogen investeerde ze in de oprichting van een hightech revalidatiecentrum voor mensen met een beperking. Geen wraak — maar hulp. Ze wilde niet wraak nemen. Ze wilde de wereld, en vooral zichzelf, bewijzen dat ware kracht niet in het lichaam zit, maar in een onwankelbaar karakter.
En dat geen enkele pijn, geen enkel verraad de geest kan breken als daarin geloof en vuur leven.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !