Marina glimlachte. Haar stem werd kalm, alsof er een airco aanging in een oververhitte kamer.
— Perfect. Bereid de papieren maar voor. Het wordt een interessante mei, denk ik.
Ze wierp een blik naar de deur. In de gang verscheen Dmitri. Moe, ongeschoren, met de blik van een man die alles had gehoord. Maar hij zei niets.
— Hoe lang sta je daar al? — vroeg Marina, zonder haar stem te verheffen.
— Al een tijdje, — antwoordde Dmitri zacht, zijn blik op de vloer gericht.
— En? — Marina trok een wenkbrauw op.
— Mam, ga naar de auto, — zei hij, nog steeds naar de vloer starend. — Ik praat wel met haar.
Marina kwam langzaam dichterbij. Eén stap tussen hen. Acht jaar, een hypotheek, drie gedeelde reizen en een rampzalige jaarwisseling in Karelië.
— Denk je echt dat je bij haar kunt blijven en hier ongeschonden uitkomt? — fluisterde ze bijna.
— Het is mijn moeder, Marina.
— En ik ben je vrouw. Voorlopig.
Hij antwoordde niet. Ze draaide zich om en liep naar het raam. Buiten klonk een claxon. Waarschijnlijk een taxi. Of haar nieuwe leven.
Met de telefoon aan haar oor, wachtte Marina op verbinding met de notaris. Achter haar sloeg de voordeur dicht. Ze draaide zich om — Dmitri stond op de drempel, haar ketting in zijn handen geklemd.
— Ik kan niet kiezen tussen jullie, — zei hij. — Maar als jij haar wegstuurt, stuur je ook mij weg.
— Dan heb je nog maar één optie, — zei Marina terwijl ze langzaam naar hem toeliep, hem recht aankeek en zacht toevoegde: — Zoek maar een ander onderkomen. Ik deel mijn huis niet met verraders.
Hij deed een stap naar voren, alsof hij iets wilde zeggen — en bleef toen staan. Stilte. Zacht ademhalen. Eén blik. Maar geen kus, geen omhelzing, geen vergeving. Alleen een pauze. Spanning. Hard als een schot dat nooit gelost werd.
Er ging een week voorbij. In stilte. Alsof iemand het geluid van hun serie had uitgezet. Marina woonde alleen in het huis, maar de lucht hing nog vol met Dmitri’s aftershave en zijn belachelijke koffie-met-vanille-geur. Ze wilde al zijn spullen eruit gooien, maar hield zich in. Niet uit eergevoel — de jurist had gezegd: “Tot de scheiding rond is, raak niets aan. Als het verdacht wordt, dient hij een tegenclaim in.”

Maar het ging niet om spullen. Spullen kun je weggooien. Het was zijn stilte — geen berichten, geen telefoontjes, geen pogingen om terug te komen — dat was de echte klap. Zo makkelijk? Acht jaar?
Haar ochtend begon met een kop zwarte koffie en het signaal van de intercom.
— Wie is daar? — vroeg Marina vermoeid.
— De koerier, — klonk een bekende stem.
— Dmitri, ben je gek geworden? — Ze liet bijna haar kopje vallen.
— Nee. Doe gewoon open.
Hij stond op de stoep. In zijn handen een doos met documenten. Rode ogen, warrig haar, een T-shirt met een of ander achterlijk stripfiguur. Een volwassen man in een crisis.
— Wat is dit? — vroeg Marina kil.
— Ondertekende papieren. Ik ga akkoord met de scheiding. Zonder verdeling. Zonder claims. Zonder vragen.
— Echt waar? — ze keek haar ogen bijna samenknijpend. — Zo makkelijk?
— Jij wilde dit. Jij hebt gewonnen. Gefeliciteerd, Marina.
— Dima, ik speel geen schaak, ik leef. En als jij dit als een overwinning ziet — dan is het echt voorbij tussen ons. Voor altijd, — draaide Marina zich om, terwijl alles vanbinnen samentrok.
Hij zweeg. Legde toen de doos bij de deur en liep naar de lift. Zonder drama. Alsof hij net een pakketje bij Ozon had teruggebracht.

Dat was het. Einde. Geen tranen, geen kapot servies, zelfs geen “laten we het nog eens proberen”. En terecht. Genoeg geweest met degene zijn die de brug vasthoudt terwijl die aan beide kanten al in brand staat.
Twee dagen later kwam ze Jelena Sergejevna tegen. In de supermarkt. Bij de antipasto-afdeling, natuurlijk. De oude vrouw droeg een chique jas, een nieuwe tas en keek als een winnares. DE FINALE:
Een maand later zat Marina bij de notaris. Ondertekende de papieren, nam de documenten mee, zuchtte diep. Klaar. Ze was vrij.
Buiten scheen de zon. Haar auto glom op de parkeerplaats. Ze deed de deur open, ging zitten, glimlachte naar zichzelf in de spiegel. Geen overwinning. Maar ze had het overleefd. Geen wraak genomen. Maar ongeschonden uit het spel gestapt.
En ineens ging haar telefoon. Een sms. Onbekend nummer: “We zijn nog steeds geïnteresseerd in u als investeerder. Bereid om deelname aan een project in Milaan te bespreken? Inclusief verblijf aan de kust.”
Ze glimlachte. Ja. Klaar voor.
De moraal van het verhaal:
Soms is liefde niet vasthouden, maar loslaten. En als je voor jezelf kiest — verlies je niet. Vind je jezelf eindelijk terug.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !