Toen ze wakker werd, was er niemand meer. Alleen de zon, de wind… en de belofte van de dood.
Maar Amina gaf niet op. Elke ademhaling was een daad van verzet. Tegen hem, die haar wilde doden. Tegen het lot dat haar sinds haar jeugd als niets had behandeld. Vier dagen zwierf ze door de woestijn. Elke stap was een schreeuw. Haar huid brandde, haar zicht vertroebelde, maar ze bleef doorgaan. Want ze wist: als ze nu viel… stond ze nooit meer op.
Toen ze in de verte een klein hutje zag, dacht ze dat het een luchtspiegeling was. Maar het was echt – en binnen was er een oude vrouw die haar aankeek alsof ze jaren op haar had gewacht.
– U heeft mij gered… fluisterde Amina, waarna ze bewusteloos raakte.

De vrouw zorgde wekenlang voor haar. Aminas lichaam begon te genezen… maar haar ziel – dat was een ander verhaal.
En toen ze eindelijk op eigen benen stond, zocht ze het verleden niet op. Ze wilde niet terug. Met een nieuwe naam, een nieuw gezicht, begon ze een nieuw leven. Maar binnenin brandde een vuur. Want ze wist: de waarheid blijft nooit voorgoed begraven in het zand.
En op een dag… zal ze terugkeren.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !