— Niemand zal het ooit weten, — siste Vlad terwijl hij een zware steen oppakte. — Ik zal zeggen dat je van de klif bent gevallen. Geen zoektocht, geen onderzoek — gewoon spoorloos verdwenen

De zon brandde meedogenloos op de aarde terwijl Amina knielde tussen de gloeiend hete duinen. Haar kleding was gescheurd, haar lippen gesprongen, haar ogen bloeddoorlopen. Toch… leefde ze nog. Wonder boven wonder had ze het overleefd, ondanks dat zelfs de hemel zich tegen haar leek te keren.
Nog maar een dag geleden dacht ze dat ze gelukkig was. Ze had niet veel, maar wat ze had, was genoeg: een man van wie ze hield – al dacht ze dat –, een klein huis dat ze samen hadden gebouwd, en dromen die haar ’s nachts in slaap wiegden.
Vertrouwen is echter zo broos als een grasspriet in de woestijn en brak in een oogwenk.
Hij – de man wiens naam ze niet meer kan uitspreken zonder pijn – nam haar mee ver weg, midden in de wildernis. Hij zei dat het een rustpauze zou zijn. Een nieuw begin. Maar toen ze stopten tussen de duinen, viel er stilte. Amina voelde het – er was iets mis. Toen kwam de pijn – een klap op haar hoofd – en duisternis.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !