Het oude huis aan de rand van het dorp werd ons nieuwe thuis. Koud, vochtig, met gebarsten vloeren en rotte raamkozijnen.
Maar Misha – mijn negenjarige zoon – kneep in mijn hand. En ik wist: er was geen weg meer terug.
De eerste maanden waren zwaar. Ik werkte vanuit huis als ontwerpster, maar de internetverbinding viel voortdurend uit en deadlines bleven keihard.
Misha ging op een oude fiets naar school – een cadeau van de buren.
Ik leerde daken te repareren, bedrading te vervangen en doorzakkende vloeren te verstevigen. Mijn handen, ooit zacht en verzorgd, werden ruw en eeltig – maar ‘s avonds, als Misha sliep, stond ik op de veranda en keek naar de sterren.
Op een regenachtige dag vond ik in de kelder een verborgen deur. Daarachter: een zware kist vol gouden munten, juwelen en staven.
Ik verstijfde van verbazing.
Ik belde Inna – een studievriendin, nu advocaat.
We meldden de vondst bij de autoriteiten. De commissie oordeelde: geen cultureel erfgoed, en dus wettelijk van mij.
We verkochten de munten stap voor stap, zorgvuldig, via betrouwbare experts.
Ik loste schulden af, renoveerde het huis, liet goed internet installeren en verving de ramen.
Misha kreeg een nieuwe fiets – en een hond uit het asiel, die hij “Sharik” noemde.
Ik richtte een kleine werkplaats in achter het huis en begon handgemaakte souvenirs te verkopen.
Toeristen begonnen te stoppen. Ze kochten. Ze vroegen.
Een lokale journalist schreef een artikel over de vrouw die een oud huis nieuw leven had ingeblazen.

En ik? Ik glimlachte naar de camera, met verf op mijn wang en lijm aan mijn vingers.
De kelder is nu leeg. Eén munt ligt ingelijst op de schoorsteenmantel – niet als rijkdom,
maar als herinnering dat alles mogelijk is.
Ik had niets gepland. Ik had niets verwacht. En toch – het leven, hoe hard het ook begon, gaf me een nieuw verhaal.
Een verhaal dat ik zelf mocht schrijven.
Deze keer – met gouden inkt.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !