ADVERTENTIE

Mijn man kwam van zijn werk thuis en zei tegen mij en de kinderen dat we het huis onmiddellijk moesten verlaten

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Mijn man kwam van zijn werk thuis en zei tegen mij en de kinderen dat we het huis onmiddellijk moesten verlaten

Het was een gewone dinsdagavond, die voelde als elke andere, waarin niets mis leek te kunnen gaan.

De kinderen waren in de woonkamer aan het spelen, lachten en ruzieden over wiens beurt het was om te spelen. Ik stond in de keuken en maakte spaghetti – een gerecht dat ik automatisch kookte als de dag lang was, maar wist dat het de jongens comfort zou bieden. David, mijn man, had me eerder gebeld om te zeggen dat hij later thuis zou komen, zoals altijd, door overuren op het werk.

Ik was gewend aan zijn lange werkdagen, hoewel ik hem altijd miste als hij niet thuis was.

Maar vanavond was alles anders.

Toen de voordeur dichtsloeg, keek ik op, in de verwachting van een moe, maar warm glimlach. In plaats daarvan kwam David binnen met een uitdrukking op zijn gezicht die ik niet kon plaatsen – gespannen, bijna paniekerig.

Hij begroette me niet, zei de kinderen geen kort hallo.

Hij gooide zijn aktetas op de bank, bijna geruisloos, en liep richting de trap.

“David?”, riep ik en liep naar hem toe.

Hij draaide zich om en voor een moment dacht ik dat hij gewoon zou zeggen dat alles goed was, dat hij moe was van de werkdag. Maar toen kwamen de woorden die mij totaal verwarde: “We moeten het huis meteen verlaten.”

Ik staarde hem aan, niet in staat te begrijpen wat hij zei. “Wat? Waarom? Wat is er aan de hand?”

Zijn ogen vernauwden zich en hij schudde snel zijn hoofd. “Het is te gevaarlijk. We hebben geen tijd. Pak de belangrijkste spullen, we moeten weg.”

“David, wat zeg je? Wat is er aan de hand?”, vroeg ik nu, met een mengeling van angst en verwarring. De kinderen voelden de spanning en keken me met vragende blikken aan.

“Er is geen tijd te verliezen,” zei hij, zijn stem nu vastberaden, maar ik kon horen dat hij zelf niet precies wist wat er zou gebeuren. “Pak alles in. De jongens ook.”

Ik voelde de paniek in mij opkomen. Wat kon er zo dringend zijn dat we midden in de nacht alles moesten achterlaten? David had me nooit iets verteld over een gevaarlijke situatie. Had zijn werk er iets mee te maken? Had hij een fout gemaakt die niet ongedaan kon worden?

“Wat is er met de politie?” vroeg ik, terwijl het eerste idee door mijn hoofd schoot. Maar hij schudde weer zijn hoofd.

“Niet de politie. Het is… iets anders. Iets wat je nu niet hoeft te weten. We moeten gaan, voordat het te laat is.”

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE