ADVERTENTIE

Masha had al een half jaar pijn op de borst verzwegen. In de buitenlandse auto op de snelweg ging alles mis.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

— We stabiliseren haar nu. Daarna — een operatie. Mogelijk een pacemaker. Of… — hij aarzelde, — een transplantatie.

Anton zakte neer. De wereld stortte in.

Hij belde zijn schoonmoeder.

— Mam, we zijn in het ziekenhuis. Masha… met haar hart.

— Hemeltje! Wat is er gebeurd?

— Een aanval. Ze ligt op de intensive care.

— We komen nu!

— Niet nodig. Laat de kinderen niet alleen. Ik ben hier.

De nacht kroop voorbij als een eeuwigheid. Anton dronk koffie, liep rond, belde.

— Haar toestand is stabiel. Wacht u maar.

Tegen de ochtend kwam een grijzende arts naar buiten.

— U kunt even naar binnen. Vijf minuten.

Intensive care. Apparaten piepen, draden, slangen. Masha — bleek, aan de beademing, in coma.

— Masha… Mashenka…

Haar ogen trilden. Gingen open. Probeerde te glimlachen. Het lukte niet. Een traan rolde weg.

— Ik ben hier. Je wordt beter. Ik beloof het.

Ze kneep in zijn vingers — zwak, maar ze kneep.

— De tijd is om.

— Nog één minuut!

— Het kan niet.

Na drie dagen — een wonder. Masha ademt zelf. De tube is weg.

— Anton… — fluisterde ze.

— Lieveling! Je leeft!

— Het gaat slecht… Maar ik leef…

— Dat is het belangrijkste.

— De kinderen?

— Wachten op je. Ze zeggen dat mama snel thuiskomt.

— Ik was zo bang… Dacht dat het voorbij was…

— Niet denken. Je komt erdoor.

— Vergeef me… dat ik niet naar de dokter ging…

— Ik ben ook schuldig. Wij allebei.

— Als we meteen waren gegaan… misschien pillen…

— Nu doet dat er niet meer toe. Belangrijk is dat je behandeld wordt.

Na twee weken werd ze ontslagen. Anton stond met bloemen klaar.

— Naar huis… — fluisterde ze.

Thuis — de kinderen. Katja hing om haar hals. Serjozja lachte breed.

— Mama! Je bent terug!

— Nu voor altijd.

’s Avonds, toen de kinderen sliepen, zaten ze samen in de keuken.

— Geen zelfdokteren meer, — zei Anton.

— Beloofd. Bang zijn voor dokters is dom. Bang moet je zijn voor de ziekte.

— Bij de eerste symptomen — naar de dokter.

— Meteen.

— Jij komt er bovenop. Je bent sterk.

— Ik zal leven. Voor jullie. Lang. Gelukkig.

Buiten was het lente. Vogels zongen. De zon scheen. Een hart klopte.

En het belangrijkste — het klopte.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE