ADVERTENTIE

— Mama heeft schulden gemaakt, tien miljoen! Dus jouw cottage zal verkocht moeten worden, — zei haar man.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

— Mama zal nooit haar appartement verkopen. Dat is haar thuis.

— En de cottage is míjn thuis, — herhaalde Julia. — Waarom zijn mijn belangen minder belangrijk?

— Omdat mama in een noodsituatie zit! Ze kan haar huis kwijtraken!

— Dan moet ze haar problemen zelf oplossen. Ze is volwassen. Ze heeft zelf die lening genomen, zelf geïnvesteerd. Laat haar er zelf voor opdraaien.

Artem stond op en begon door de kamer te lopen:

— Je bent hard.

Julia zuchtte:

— Misschien wel. Maar ik ga mijn eigen bezit niet opofferen voor iemand die geen verantwoordelijkheid kan nemen voor haar daden.

— Het is mijn moeder!

— Dat weet ik. Maar dat verplicht mij niet om haar op mijn kosten te redden.

Artem stopte en keek haar aan:

— Dus je weigert te helpen?

— Ik weiger de cottage te verkopen. Wil je je moeder helpen? Zoek dan andere oplossingen.

— Die zijn er niet! We hebben niet zo veel geld!

— Dan verkoopt je moeder haar appartement.

Artem klemde zijn kaken op elkaar, liep de kamer uit. Julia hoorde hoe hij zijn jas aantrok, zijn schoenen aandeed en de voordeur dichtsloeg. Hij vertrok. Julia bleef alleen achter.

De hele dag bleef Julia piekeren. Het werk vorderde niet — haar gedachten draaiden voortdurend om hetzelfde. De cottage, de schoonmoeder, de schuld. Julia begreep dat Artem op haar medelijden inspeelde, haar wilde dwingen toe te geven. Maar Julia wilde niet wijken. De cottage was van haar, en alleen zij besliste over de verkoop.

’s Avonds kwam Artem laat thuis, rond tien uur. Hij was nuchter, maar somber. Hij liep direct door naar de slaapkamer, ging op bed liggen en staarde in zijn telefoon. Julia volgde hem:

— Artem, we moeten praten.

— Waarover? — vroeg hij zonder op te kijken.

— Over je moeder. Over de situatie.

— Je hebt alles al gezegd. Je gaat niet helpen.

— Ik heb niet gezegd dat ik niet ga helpen. Ik zei dat ik de cottage niet ga verkopen.

Artem keek op:

— Dat is hetzelfde.

— Nee. Dat is niet hetzelfde. Ik kan helpen met geld, als ik vrije middelen heb. Ik kan iets lenen, als ik zeker weet dat het terugkomt. Maar de cottage verkopen — dat is een uiterste stap die ik niet zal zetten.

Artem ging rechtop zitten:

— Jij hebt geen vrije middelen. Ik ook niet. De cottage is de enige optie.

— De enige voor wie? Voor jou? Voor jouw moeder?…

— Voor iedereen.

Julia ging op de rand van het bed zitten:

— Artem, luister. Ik begrijp dat het moeilijk voor je is. Dat je je zorgen maakt. Maar ik ben niet bereid het te geven zodat jouw moeder de gevolgen van haar onverantwoordelijkheid kan afbetalen.

Artem grijnsde:

— Het is toch niet de laatste cottage op aarde! We verkopen, en later kopen we een andere!

Julia schudde haar hoofd:

— Nee. We kopen geen andere. Een cottage is niet te vervangen. Het is niet zomaar een gebouw. Het is de plek waar ik ben opgegroeid. Waar mijn oma woonde. Waar alle herinneringen liggen.

Artem wuifde het weg:

— Herinneringen zitten in je hoofd, niet in muren.

Julia stond op en keek haar man aan:

— Voor jou misschien. Voor mij niet.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE