ADVERTENTIE

Luister, met jou naar het strand gaan is echt super gênant. Dus ik ga alleen op vakantie, zonder jou. — riep mijn man

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Luister, met jou naar het strand gaan is echt super gênant. Dus ik ga alleen op vakantie, zonder jou. — riep mijn man

“Serieus denk je dat ik met jou naar de zee ga?”
Sergej wierp zijn vrouw een spottende blik toe, en Natalia voelde hoe haar wangen rood werden van schaamte.
“Ik ga met collega’s van het werk, snap je? Ik zou me schamen om met jou op het strand te verschijnen. Misschien een andere keer.”

Hij zei het zo achteloos, alsof hij simpelweg de dienstregeling van een bus oplees.
Natalia stond verstijfd voor de spiegel, niet in staat zich te bewegen. Haar hand met de lippenstift trilde, en ze trok per ongeluk een scheve rode streep over haar gezicht.

“Waarom zeg je niets?”
Sergej keek niet eens op van zijn telefoon.
“Kijk naar jezelf in de spiegel. Precies. Je kunt je nog niet eens fatsoenlijk opmaken.”

Langzaam liet Natalia haar hand zakken.
In de spiegel keek een vrouw haar aan met vermoeide ogen en kleurloze lippen.
Ooit hadden die lippen vaak en oprecht gelachen, met heel haar hart. Nu leken ze iemand anders toe te behoren.

“Goed,” fluisterde ze uiteindelijk, met moeite haar kalmte bewarend. “Ga maar alleen.”

“Zo zie ik het graag,” antwoordde Sergej tevreden. “Wat zouden mensen anders denken? Hun vrouwen lijken op modellen uit de tijdschriften.”

Ze keek toe hoe hij zelfverzekerd zijn koffers inpakte — diezelfde zelfverzekerdheid die haar ooit had aangetrokken, maar nu als een zware last op haar drukte.

‘s Avonds, nadat Sergej was vertrokken, zat Natalia nog lange tijd in de keuken en staarde door het raam naar de wazige lichtjes buiten.
In haar hoofd bleef één zin rondzingen:

“Ik schaam me voor jou.”

En daarmee kwamen ook al die andere opmerkingen terug, die zich jarenlang in haar hart hadden opgehoopt:

“Weet je wel hoeveel je veranderd bent?”
“Eet je nu alweer snoep? Heb je niet genoeg?”
“Doe iets anders aan, je barst bijna uit die jurk.”

Elk woord was als een sneer, een kleine wond.
Ze had geleerd te glimlachen en te doen alsof ze niets hoorde. Maar elke keer brak er iets in haar.

Ze liep naar de koelkast.
Op de plank stond een aangebroken karamelvlaai — haar favoriet.
Vroeger at ze daar ‘s nachts in stilte van, om haar gedachten te verdringen.
Maar vandaag was anders.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE