Andrej luisterde zwijgend, zijn gezicht werd steeds harder. Toen ze klaar was, leunde hij achterover op zijn stoel en grijnsde. De grijns was boos en zonder vreugde.
— Geniaal. Gewoon geniaal. Dus, jouw zus krijgt een woning ten koste van jou, en als troostprijs bieden ze ons jouw moeder aan. Als extraatje. Begrijp ik de logica van dit staaltje ongekende edelmoedigheid goed?
— Je begrijpt het helemaal goed, — antwoordde Katja even vlak, terwijl ze naar het langzaam kleurende water in haar kop keek.
— En wat heb je gezegd?
— Ik heb voor de koffie betaald en ben weggegaan. Ik zei dat ik in dit plan niet voorkom.
Andrej knikte. Langzaam, met voldoening. Hij stak zijn hand over de tafel en legde die op de hare.
— Je hebt alles goed gedaan. Dit is ons huis, Katja. Van ons. En alleen wij beslissen wie er zal wonen, en wie gewoon voorbij moet lopen.
Precies op dat moment ging de telefoon. Op het scherm verscheen “Mama”. Ze keken elkaar aan. Katja wachtte een moment, nam een slok thee en nam het gesprek aan, zette de luidspreker aan.
— Wat denk jij wel niet?! — zonder enige begroeting klonk de schelle, verontwaardigde stem van haar moeder uit de luidspreker. — Hoe durf je zomaar op te staan en weg te lopen terwijl ik met je sprak! Ik heb Lena al gebeld, haar blij gemaakt, en jij zet zo’n circus op! Heb je enig idee in wat voor positie je me brengt?
— Ik heb je in het café gehoord, — zei Katja koel en duidelijk. — Mijn besluit is niet veranderd.
— Wat voor besluit?! — haar moeder hapte verontwaardigd naar adem. — Dat is niet aan jou om te beslissen! Ik ben je moeder, en ik heb gezegd hoe het zal zijn! Jij gaat je onmiddellijk verontschuldigen en de kamer klaarmaken!
Katja drukte zwijgend op de rode knop. In het appartement werd het weer stil. Andrej kneep iets steviger in haar hand.
— De eerste golf, — constateerde hij.
Er waren nog geen tien minuten voorbij. De telefoon ging opnieuw. Dit keer stond er “Lena” op het scherm. Katja zette opnieuw de luidspreker aan.
— Katjoesj, hallo, — klonk de honingzoete, licht trillende stem van haar jongere zus. — Mama heeft me gebeld… ze is zo verdrietig, ze huilt… Wat is er gebeurd tussen jullie? Ze zei dat jij tegen was… tegen ons geluk met Igor.
Katja voelde hoe er vanbinnen iets samenkneep bij die kleverige, valse zoetigheid. De tactiek was veranderd. De frontale aanval was vervangen door een poging tot verstikking in de stroperige omhelzing van manipulatie…
— Hallo, Lena. Jouw geluk heeft hier niets mee te maken.
— Hoezo niets mee te maken? — de stem van haar zus klonk gekwetst. — We hebben zo gedroomd van ons eigen hoekje… Mama wilde toch alleen maar het beste voor iedereen. Zodat Igor en ik rustig konden wonen, en zij zelf onder toezicht bij jou zou zijn. Jij bent de oudste, jij bent sterk, jij hebt alles — een man, een appartement. En wij beginnen pas… Ben je dan echt zo gierig?
Dat was het sleutelwoord. Gierig. Precies op dat gevoel parasiteerde hun hele familiesysteem.
— Lena, — Katja’s stem werd hard als staal. — Dit is mama’s plan, niet het mijne. Zij had een appartement en ze besloot erover te beschikken. Dat is haar recht. Maar de gevolgen van haar beslissingen moet zij zelf dragen, en niet op mij afschuiven. Alle vragen — stel je aan haar.
Aan de andere kant van de lijn viel enkele seconden stilte. Lena had duidelijk zo’n antwoord niet verwacht. Ze had gerekend op schuldgevoel, op smeekbeden, op wat dan ook, maar niet op deze ijzige logica.
— Dus… je gaat ons niet helpen? — stamelde ze, en in haar stem zat geen zoetheid meer, alleen slecht verhulde irritatie.
— In dit geval niet.

Katja drukte opnieuw op de rode knop. De telefoon zweeg. Hoe lang? Zij en Andrej zaten in de stilte van hun keuken, in hun huis, dat zojuist de eerste aanval had afgeslagen. En beiden begrepen ze dat dit nog maar het begin was. Telefoonterreur was slechts een verkenning in gevecht. Al snel zou de vijand voor hun vestingdeuren staan.
Twee weken gingen voorbij in een dikke, gespannen stilte. De telefoon zweeg. Noch moeder, noch Lena deed nog een poging de verdediging te doorbreken. Voor Katja en Andrej voelde dit zwijgen onnatuurlijk, als windstilte in het oog van een orkaan.
Ze leefden hun gewone leven — werk, diners, films kijken in de avond — maar in de lucht hing constant een onuitgesproken verwachting. Ze bespraken het niet, maar allebei wisten ze: dit was niet het einde. Dit was slechts een hergroepering van krachten voor de beslissende bestorming.
De ontknoping kwam op donderdag. Een gewone avond, doordrenkt van regen en vermoeidheid. Ze waren net het appartement binnengekomen, hadden hun natte schoenen uitgetrokken. Andrej ging douchen, en Katja begon de boodschappentassen uit te pakken. En precies toen klonk er het scherpe, veeleisende gekraak van de intercom. Het sneed door de stilte van de woning als een alarmsignaal.
Katja verstarde met een pak melk in haar hand. Op het kleine zwart-witscherm verscheen, vervormd door de camera maar onmiskenbaar, het gezicht van haar moeder. Naast haar stond op het natte asfalt een imposante koffer.
— Katja, doe open, ik ben er, — klonk uit de hoorn een niet-vragende, maar vaststellende stem. De stem van iemand die op de bestemming is aangekomen en verwacht dat alle deuren onmiddellijk voor haar opengaan.
Katja keek zwijgend naar het scherm. Naar de regendruppels die langs het gezicht van haar moeder gleden, naar haar zelfverzekerde, bijna uitdagende houding. Ze drukte niet op de antwoordknop. Ze drukte niet op de knop om de deur te openen.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !