ADVERTENTIE

— Je hebt het appartement verkocht voor je moeder? Nou, leef dan maar zonder vrouw en zonder huis! — riep ik naar mijn man en ging mijn koffer pakken.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

Haar vriendin Nina zei eens:

— Je ziet eruit als iemand aan wie niemand meer iets verschuldigd is. Geen man, geen schoonmoeder, geen leven. Je bent gewoon — jij. Zo heb ik je lang niet gezien.

Irina glimlachte. Ze herinnerde zich nog alles. Alles. Maar zonder verlangen om terug te gaan.

Andrej woonde met zijn moeder in een gehuurd tweekamerappartement. Hij had het zijne verkocht, de schuld van zijn moeder afgelost. Wat overbleef, was genoeg voor een jaar, maar daarna werd het zwaar. Galina Sergejevna klaagde na de redding van het huis steeds vaker over haar gezondheid, weigerde terug te verhuizen naar haar oude huis — daar zou het saai zijn en “een uithoek”. Hij werd boos, maar zweeg. Teruggaan kon niet. De scheiding was rond, Irina kreeg een kleine compensatie. Of dat een gebaar van gulheid was, of een poging haar terug te winnen, bleef onduidelijk.

Irina nam zijn telefoontjes niet op. Ook niet zijn berichten. Soms keek Andrej naar haar sociale media. Hij zag foto’s uit musea, tentoonstellingen, cafés. Zij leefde weer.

Hij niet.

Op een lentedag zat Irina in de bus, toen er een jongetje van een jaar of acht met zijn moeder naast haar ging zitten. Hij las luid de haltebordjes en vroeg zonder ophouden: “En als auto’s door de lucht reden, zouden de wolken hen dan in de weg zitten?” Zijn moeder antwoordde kalm, zonder irritatie. Irina keek naar hen en besefte plots — ze was niet meer boos. Niet op haar man, niet op zijn moeder.

De boosheid was weg. Wat overbleef, was helderheid. Ze wilde nooit meer terug naar een plek waar haar stem niets betekende.

Irina ontmoette Pavel. Niet in een café, niet op een datingsite, niet via vriendinnen. Gewoon — in de trein. Ze zagen elkaar nog eens — en nog eens. Hij leek niet op Andrej. Niet in de zin van “beter” of “slechter”. Gewoon — anders. Pasha kon luisteren. Hij probeerde haar niet te veranderen. En hij deed niet alsof hij alles beter wist.

Alles ging langzaam. Zonder eden en hartstocht. Gewoon — rustig.

Op een dag liep Irina langs het huis waar ze ooit met Andrej had gewoond. Nieuwe bewoners hadden groene gordijnen opgehangen. Op de vensterbank stonden bloembakken. Ze bleef even staan en liep toen verder.

Zonder om te kijken.

Want nu had ze alles: vrijheid, stilte, innerlijke kracht. Ze had geen appartement. Geen verleden. Geen gezamenlijke foto’s in albums.

Maar ze had zichzelf. Echt. Heel. Zeker dat, als ze ooit opnieuw moest kiezen — ze zichzelf zou kiezen. En nooit meer zou toestaan om iemands schaduw te worden.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE