
— Weet je wat ik besefte toen ik jullie hoorde praten? — Ze keek hem aan. — Dat ik die leegte ook voel. Alleen probeerde ik haar te vullen — met werk, met cursussen, met sport. En jij… jij verdroeg het gewoon.
Michaïl liet zijn hoofd zakken. — Ik wilde je niet verdrietig maken.
— En daarom vertelde je alles aan Lena in plaats van aan mij?
— Ik… ja. Misschien was het dom, maar ik dacht dat als ik jou zou vertellen hoe ik me voel, ik je pijn zou doen. En Lena… ze staat verder van me af, het is makkelijker met haar te praten.
— Misja, — Anna pakte zijn handen stevig vast, — ik ben je vrouw. We horen alles met elkaar te delen — vreugde én verdriet. Als jij je slecht voelt, wil ik dat weten. Ik wil je helpen.
Er glinsterden tranen in zijn ogen. — En als het al te laat is? Als we te ver van elkaar zijn geraakt?
Anna dacht aan de theaterkaartjes, aan hoe ze deze verrassing had gepland zonder te weten wat er in zijn hart leefde. Hoe ze naast elkaar hadden geleefd, maar niet écht samen.
— Ik weet het niet, — zei ze eerlijk. — Maar ik wil het proberen. En jij?
Michaïl keek haar lang aan. In zijn ogen lag van alles — liefde die nooit was verdwenen, pijn, hoop, angst.
— Dat wil ik, — fluisterde hij. — Heel graag.
Anna glimlachte — voor het eerst in lange tijd echt.
— Dan beginnen we opnieuw. Hier en nu.
— Hoe bedoel je?
— Vertel me over De Tijdmachine. Ik ben vergeten waar dat boek over ging.
Michaïl keek haar verbaasd aan. — Serieus?
— Serieus. En daarna vertel ik jou over mijn nieuwe droom. Ik heb pas bedacht dat ik wil leren schilderen. Met olieverf. Kun je je dat voorstellen?
Michaïl glimlachte — voor het eerst die avond. — Nee, maar ik wil er graag over horen.
— Jij eerst, — zei Anna en ging wat gemakkelijker zitten op het bankje.
— Goed, — knikte Michaïl. — Dus… de hoofdpersoon bouwt een tijdmachine en reist naar de toekomst…
Anna luisterde naar zijn stem en dacht eraan hoe ze elkaar langzaam, dag na dag, waren kwijtgeraakt — zonder het te beseffen. Maar misschien konden ze elkaar op dezelfde manier terugvinden: stap voor stap, gesprek na gesprek, dag na dag.
De zon zakte achter de bomen en kleurde de hemel zachtroze. De eenden op de vijver maakten zich klaar om te rusten. En op het bankje in het Centraal Park leerden een man en een vrouw elkaar opnieuw kennen — vijftien jaar na hun eerste kus.
— …en dan beseft hij dat hij het verleden niet kan veranderen, — eindigde Michaïl zijn verhaal.
— Maar hij kan wel het heden veranderen, — vulde Anna aan.
— Ja, — zei hij, — dat kan hij.

Ze zaten hand in hand en keken naar de vijver. Voor hen lagen moeilijke gesprekken, werk aan hun relatie, het opnieuw vinden van gedeelde dromen en interesses. Maar op dat moment waren ze gewoon man en vrouw, die elkaar opnieuw hadden gevonden.
— Anja, — zei Michaïl, — dank je.
— Waarvoor?
— Dat je geluisterd hebt. Dat je niet bent weggelopen. Dat je het wilt proberen.
Anna kuste hem op de wang. — En jij bedankt dat je niet te vroeg hebt opgegeven. En dat je nog steeds al onze jubilea herinnert.
— Die zal ik altijd blijven herinneren, — beloofde hij.
Toen het donker werd, liepen ze naar huis. Onderweg gingen ze naar het café waar ze hun eerste afspraakje hadden gehad en praatten tot sluitingstijd. En de theaterkaartjes besloten ze te bewaren voor morgen — ter ere van de eerste kus, die ze bijna waren vergeten, maar die ze voortaan elk jaar zouden vieren.
Hun liefdesverhaal was niet voorbij. Het had gewoon een nieuw hoofdstuk gekregen.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !