ADVERTENTIE

Hongerig, met een baby in haar armen, besloot ze een vreemde om geld te vragen. Van wat hij haar gaf, werd het haar van de vrouw warrig… Het is al donker buiten. Voorbijgangers haastten zich met hun bezigheden, niemand gaf om haar

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Hongerig, met een baby in haar armen, besloot ze een vreemde om geld te vragen. Van wat hij haar gaf, werd het haar van de vrouw warrig… Het is al donker buiten. Voorbijgangers haastten zich met hun bezigheden, niemand gaf om haar

Een hongerige vrouw met een baby in haar armen besluit om een onbekende om geld te vragen. Wat hij haar geeft, lijkt het begin van haar val te markeren – haar haar wordt vuil en verward, net als haar leven. Het is al donker buiten. Mensen haasten zich voorbij, niemand schenkt haar aandacht.

Alice zit op een bankje voor een flatgebouw, uitgeput en verloren in gedachten. Ze fluistert tegen zichzelf: “Mama zal wel iets bedenken.” Alsof deze woorden een soort toverspreuk zijn om alles goed te maken. Haar kleine dochtertje is stil geworden, alsof ze begrijpt dat dit niet het moment is voor grillen. Alice kust haar op het voorhoofd en staat op — ze kan hier niet blijven.

Ze dwaalt doelloos door de stad met maar één gedachte: een plek vinden om de nacht door te brengen. Voor haar doemt een donkere poort op. Onder de poort ziet ze een openstaande kelderdeur. Binnen is het vochtig en ruikt het naar schimmel. De vloer ligt vol met oude kranten, lege flessen en vieze lappen. In een hoek staat een oude bank – vies, afgeleefd, maar beter dan asfalt.

Alice legt haar kindje voorzichtig op de bank, op een schone luier die ze nog uit het ziekenhuis heeft kunnen meenemen. Zelf gaat ze ernaast zitten en houdt haar dochter stevig vast. Haar hart bonkt van angst, maar de vermoeidheid wint het. Ze sluit haar ogen en valt in slaap.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE