Die nacht was lang. Marina sliep nauwelijks, gespannen luisterend naar de vijandige stilte in de woning.
’s Morgens liep ze naar de keuken en trof ze een idyllisch tafereel: Gleb, weer in háár badjas, bakte eieren in háár pan met háár olijfolie, terwijl Polina, fris en uitgerust, een glanzend tijdschrift doorbladerde aan tafel, met haar voeten op de naaststaande stoel.
Ze gedroegen zich alsof het gesprek van gisteren niet had plaatsgevonden. Alsof zij niet parasieten waren op het punt om het huis uitgezet te worden, maar de rechtmatige eigenaars die haar genereus toestonden bij hén te wonen.
— O, je bent wakker, — zei Gleb achteloos, zonder zich om te draaien. — Wil je een eitje? Ach nee, het is maar genoeg voor twee.
— Je zou trouwens eens boodschappen kunnen doen. De koelkast is leeg, — merkte Polina op, haar blik geen seconde van het tijdschrift losscheurend.
Marina schonk zichzelf zwijgend een glas water in.
Kalmte. Dat was het belangrijkste. Ze zou niet meer schreeuwen of iets bewijzen. Haar beslissing stond vast — en nu zou ze handelen.
Ze pakte haar laptop, ging in de nog onbeschadigde fauteuil in de woonkamer zitten — opzettelijk een stuk verwijderd van de wijnvlek op het tapijt — en begon te werken. Ze negeerde hun aanwezigheid, hun luide conversaties, hun gelach. Ze was veranderd in een kille, beleefde huisgenoot.
Zoals vader had beloofd, arriveerden de ouders stipt om twaalf uur.
De bel klonk scherp, als een schot. Marina ging opendoen.

Op de drempel stonden haar vader, Sergej Ivanovitsj, met streng gefronste wenkbrauwen, en haar moeder, Tatjana Vladimirovna, met stijf op elkaar geperste lippen en van rechtvaardige woede rooddoorlopen ogen.
— Mama! Papa! — Polina stormde de kamer uit en vloog haar moeder om de hals, ostentatief snikkend. — Ik ben zo blij dat jullie er zijn! Ze martelt ons gewoon!
Gleb kwam haar achterna, schudde de vader plechtig de hand en zei met misplaatste waardigheid:
— Goedendag, Sergej Ivanovitsj. Ik had nooit gedacht dat zoiets in onze familie mogelijk was.
De ouders liepen de woonkamer binnen; hun blikken gleden langs de rommelige tafel en de flessen op de vloer. De vader fronste nog dieper, maar de moeder omhelsde Polina alleen maar steviger.
— Mijn arme meisje, — jammerde ze. — Het komt goed, wij gaan dit nu oplossen.
Ze namen plaats op de bank als een tribunaal. Marina bleef tegenover hen staan.
— Marina, ik wacht op uitleg, — begon vader zonder omhaal in zijn gebruikelijke bevelende toon. — Wat zijn dit voor fratsen?
— Ik heb alles al uitgelegd. Ik wil dat Polina en Gleb vertrekken. Ze wonen hier al een jaar, en ik kán en wíl ze niet langer onderhouden.
— Onderhouden? — riep de moeder verontwaardigd. — Hoe haal je het in je hoofd dat zo te noemen! Je helpt je eigen zus in een moeilijke tijd! Dat heet familie!
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !