Hij zei dat hij me naar revalidatie bracht, maar liet me gewoon achter in het bos — ik bleef alleen achter in een rolstoel

Lívia lag stil in de stille kamer, starend naar het raam. De lente kwam tot leven – de eerste warme dagen hadden de laatste restjes sneeuw doen smelten, en de straten waren bijna droog. Alleen in de schaduw lagen nog vieze plassen ijs. Buiten liep een groepje leerlingen voorbij, lachend en vrolijk pratend. Lívia zuchtte diep.
– Wat is het toch mooi om jong en gezond te zijn… – dacht ze bitter, terwijl ze terugdacht aan haar jeugd. Toen leek alles mogelijk, waren dromen helder en haalbaar. En nu – machteloos, vergeten, aan bed gekluisterd.
De deur kraakte zacht en Walter kwam binnen. Zijn gezicht straalde vreugde uit – iets wat de laatste tijd zeldzaam was.
– Maak je klaar, Lívia! – zei hij enthousiast.
– Waarvoor? – keek ze hem achterdochtig aan.
– Ik zei toch dat ik je mee neem voor behandeling naar Zwitserland! Bergen, frisse lucht, de beste artsen. Je wordt beter, ik voel het!
Lívia keek hem aandachtig aan. Sinds Walter het bedrijf van haar vader had geërfd, was hij erg veranderd. Van een zorgzame, toegewijde man was hij koud en gesloten geworden. Het familiehuis veranderde in een luxe pension, waar hij haar de toegang had verboden.
– Dat is overdreven – had ze ooit gezegd.
– Wat bedoel je?
– Het was het huis van mijn familie, mijn huis. En jij gedraagt je alsof het helemaal van jou is.
Toen keek hij haar voor het eerst kil aan.
– Toen we trouwden, stoorde het je niet dat ik arm was. Nu, nu ik iets bereikt heb, herinner je je opeens je afkomst?
Hij liep nerveus door de kamer.
– Ik doe dit allemaal voor ons. Voor onze toekomst.
– Waren we vroeger niet gelukkig? Voor jou is geluk alleen geld?

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !