Valentina keek lang naar hem, bijna onderzoekend. Toen knikte ze.
— Ik zal het doorgeven, — zei ze zacht.
Bij het tankstation belde ze de pechhulp en ging daarna, trillend van de kou, naar een wegcafé. Daar werd ze begroet door een jonge serveerster — met vermoeide ogen, maar een warme glimlach en duidelijk zichtbaar zwanger.

— God, u lijkt wel een uitgeperste citroen! — riep het meisje uit. — Ik breng meteen een handdoek en de sterkste thee die we hebben!
Ze bracht niet zomaar thee — ze bracht warmte. Twee droge handdoeken, een warme deken, een stuk huisgemaakte taart en de zorgzaamheid die in de wereld zo vaak ontbreekt.
Toen Valentina klaar was, vroeg ze om de rekening.
— Tweehonderdvijftig, — zei de serveerster.
Valentina legde duizend neer.
— Oh, dat is te veel! — protesteerde het meisje.
— Wacht even, — onderbrak Valentina haar.
Terwijl de serveerster vertrok om wisselgeld te halen, legde Valentina stilletjes nog tweeduizend onder de theepot, samen met een briefje, geschreven in een duidelijke, kalme hand:
“Op een dag is mij op dezelfde manier geholpen. Je bent niets verschuldigd. Stop de Ketting van Goedheid gewoon niet.”
Toen het meisje terugkwam, begreep ze het eerst niet. Toen zag ze het geld. Toen het briefje.
En toen huilde ze.

Tranen, warm en stil, rolden over haar wangen. Niet van blijdschap, niet van opluchting — maar van het besef dat er in deze wrede wereld nog steeds licht bestaat.
Ze kwam laat thuis. In de hal, op de bank, sliep haar man — moe, met een volle baard en een litteken op zijn wenkbrauw van een oud ongeluk. Naast hen, tegen elkaar aan geklemd, sliepen hun drie dochters — de oudste las een boek, de middelste tekende, de jongste dommelde al, terwijl ze een pluchen konijn vasthield.
Ze liep zachtjes naar hem toe en kuste hem op het voorhoofd.
— Ik hou van je, Vanya Morozov… — fluisterde ze.
Er gingen een paar dagen voorbij.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !