Toen ik acht jaar oud was, bruiste het in mijn klas van de opwinding over de kerstcadeau-uitwisseling. Iedereen vertelde wat ze hoopten te krijgen, vergeleek inpakpapier en raadde wie wiens naam zou trekken. Ik wilde zo graag deel uitmaken van die vreugde, maar mijn familie had het destijds moeilijk. We hadden geen extra geld voor cadeaus – zelfs niet voor iets kleins.
Toch wilde ik niet buiten de boot vallen of anders overkomen dan de rest. Dus op een avond, na het hele huis te hebben doorzocht, vond ik een van de oude boeken van mijn vader: versleten in de hoeken, de bladzijden zacht geworden door jarenlang lezen en herlezen. Het was een boek waar hij dol op was, en ik dacht dat iemand anders er misschien ook wel van zou houden. Ik pakte het in met hergebruikt papier dat we van eerdere feestdagen hadden bewaard en hoopte dat mijn klasgenoot de oprechtheid erachter zou zien.
Op de dag van de cadeautjesruil gaf ze me een prachtig ingepakte doos met de nieuwste Barbiepop van het seizoen – dé pop waar iedereen het over had. Mijn hart zakte in mijn schoenen. Toen ze mijn cadeau openmaakte en de tranen in haar ogen sprongen, voelde ik de grond onder mijn voeten wegzakken. Schaamte overspoelde me. Ik dacht dat ik haar kerstmoment had verpest, dat ik haar het enige ‘tweedehands’ cadeau in de hele kamer had gegeven. Ik stond daar maar te willen verdwijnen, te jong om onze situatie onder woorden te brengen, te bang om de aandacht te vestigen op wat we niet hadden.
De volgende ochtend kwam haar moeder naar het klaslokaal. Ze zag er kalm uit, maar er lag iets doelbewusts in haar blik. Ze vroeg zachtjes of ze even met me in de gang kon praten. Mijn maag draaide zich om – ik was er zeker van dat ze boos was en me wilde aanspreken over het cadeau.
In plaats daarvan knielde ze neer zodat onze ogen op gelijke hoogte waren en gaf me een heel vriendelijke glimlach. Ze vertelde me dat haar dochter niet uit teleurstelling had gehuild, maar omdat ze besefte hoe betekenisvol mijn cadeau was. Ze legde uit dat het boek van iemand was geweest die ik heel dierbaar vond, en dat maakte het waardevoller dan alles wat je met geld kon kopen. Ze zei: « Je hebt haar niet iets ouds gegeven. Je hebt haar iets geliefds gegeven. » Haar woorden overspoelden me als warm zonlicht. Ik had geen vriendelijkheid verwacht; ik had geen begrip verwacht. Maar op dat moment gaf ze me beide.
Een week later gaf mijn klasgenote me verlegen een handgeschreven briefje, opgevouwen tot een klein vierkantje. Daarin schreef ze dat mijn cadeau haar had geleerd wat de ware betekenis van geven was: dat vrijgevigheid niet werd afgemeten aan prijskaartjes of nieuwheid, maar aan de intentie achter het gebaar. Ze schreef dat ze zich gelukkig voelde iets te krijgen met een verhaal, iets dat voor iemand anders belangrijk was geweest voordat het voor haar belangrijk werd.
Ik heb dat briefje jarenlang bewaard. Het werd een van mijn dierbare herinneringen, een aansporing om te beseffen dat de kleinste gebaren de grootste betekenis kunnen hebben. Terugkijkend besef ik dat het boek dat ik gaf niet zomaar een cadeau was – het was een stukje van mijn wereld, aangeboden met oprechtheid en hoop.
En soms zijn het de geschenken die recht uit het hart gegeven worden, die mensen zich een leven lang herinneren.
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie 
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !