Ze sprak zacht, bijna zonder intonatie. Die kalme, dode stem was angstaanjagender dan welk geschreeuw dan ook. Ze richtte zich op, en er verscheen een nieuwe, intimiderende kracht in haar houding.
— Goed. De keuze is gemaakt, — sprak ze, terwijl ze ergens doorheen keek, voorbij haar man en schoonmoeder. — Vanaf dit moment leven we anders. — Ze pauzeerde kort, zodat de woorden konden bezinken in de oorverdovende stilte. — Mijn bureau is mijn territorium. Mijn slaapkamer is mijn territorium. Ik kook alleen voor mezelf. Hoe jij en je moeder zich voeden, is jullie zaak. Mijn spullen raken jullie niet meer aan. Nooit. Algemene huishoudelijke zaken lossen we op wanneer nodig, schriftelijk, met briefjes op de koelkast. Verder zijn we buren, totdat de hypotheek is afbetaald, het appartement wordt verkocht en de opbrengst tussen jou en mij wordt verdeeld. En nu, zijn wij — ik, jij en je moeder.
Ze sprak als een jurist die de voorwaarden van een contract voorlas. Geen woord teveel, geen emotie. Dit was geen oorlogsverklaring. Dit was een constatering van de dood. De dood van hun huwelijk, van hun relatie, van hun gezamenlijke huis.
Svetlana Andrejevna opende haar mond om iets tegen te werpen, maar stokte toen ze de blik van haar schoondochter ontmoette. Daarin lag geen haat. Er was niets. Leegte. En die leegte was het engst van alles.
Zonder nog een woord te zeggen, draaide Lena zich om en ging naar de slaapkamer. Een minuut later klonk het zachte klikje van het slot.
Anton bleef midden in de woonkamer staan, naast zijn moeder. Zij had gewonnen. Ze had haar recht om de hoofdrol in het leven van haar zoon op te eisen, afgedwongen. Maar nu stonden ze samen te midden van de ruïnes van zijn familie, in het appartement waar de lucht koud en ijl was, als in een crypte. En beiden begrepen dat het zinloos was elkaar te troosten. Ze hadden niets gewonnen. Ze hadden alles verloren…
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !