Hij keek rond naar mijn bureau, volgestouwd met documenten, en riep luid door het hele kantoor, met een venijnige toon:
— Marina Viktorovna, weer met die papieren? Misschien wordt het tijd om het verleden los te laten? Maak plaats voor degenen die het snappen, die met digitale oplossingen werken?
Meiden, het werd zo stil in de kamer dat je het stof hoorde neerdwarrelen. Ik voelde hoe alles van binnen stopte. Alsof ik publiekelijk vernederd werd, voor iedereen — voor degenen die ik zelf had geleerd, begeleid, geholpen te groeien.
Kwetsing? Dat woord is te zwak. Het was als een messteek in mijn rug.
Ik hief langzaam mijn ogen op. Hij stond daar, zelfvoldaan, waarschijnlijk wachtend tot ik zou gaan smeken of opgeven.
In het begin was ik echt even van slag. Maar toen — klikte er iets. Alsof er een koude, heldere lamp in mijn hoofd aanging.
De kwetsing verdween. In plaats daarvan kwam er staal.
Ik keek hem aan en dacht: genoeg getolereerd. Genoeg gezwegen. Het is tijd om te handelen.
Zonder een woord op te zeggen stond ik kalm en waardig op. Geen plotselinge bewegingen, geen piepende stoel.
Voorzichtig verzamelde ik alle pagina’s van het jaarverslag — diezelfde stapel waaraan ik drie dagen had gewerkt, blad voor blad, elk cijfer controlerend.
En ik liep. Door het hele kantoor. Naar zijn bureau.
Iedereen verstijfde. Ze hielden zelfs op met ademen. De blikken volgden me alsof het een film was, waar de held naar het beslissende tafereel loopt.

Stilte. Spanning. Alleen mijn voetstappen.
Ik kwam bij zijn bureau en legde met een bijna theatrale lichte buiging de dikke stapel documenten recht voor hem neer — op zijn moderne glazen bureau, waar tot dan toe alleen gadgets en een flesje gefilterd water lagen…
Hij raakte in de war. Hij keek me vragend aan, alsof hij probeerde te begrijpen wat dit gebaar betekende — een uitdaging, een grap, of gewoon vermoeidheid.
Ik keek hem recht in de ogen en sprak elk woord duidelijk uit:
— Alstublieft, Kirill Andreevich. Het jaarverslag.
Hij zweeg. Bewoog niet eens.
— U bent hier toch onze expert in nieuwe technologieën, — vervolgde ik, met een lichte hoofdknik. — Dus ik denk dat dit voor u geen probleem zal zijn.
Ik maakte een korte pauze en keek naar de map met papieren:
— Upload dit allemaal in uw befaamde ‘cloud’. Laat er geen stofje van die ouderwetse papieren overblijven.
En voordat hij kon reageren, voegde ik zacht maar met een vleugje ironie toe:
— En stuur het dan rechtstreeks naar de algemeen directeur. Ik weet zeker dat u dat aankunt, toch?
Zonder ook maar een woord terug te horen, legde ik theatraal de achterkant van mijn hand op mijn voorhoofd, alsof ik plotseling duizelig werd.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !