“Grobheid” in de slaapkamer

Toen Arthur, na zijn ‘werk’ te hebben gedaan, de kamer verliet en de deur achter zich dichtgooide, kromp Ada ineen en rolde zich op tot een klein hoopje. Haar keel deed pijn van het schreeuwen, tranen vertroebelden haar zicht.
Ze had geen kracht om zich te bewegen, maar trok de rand van de deken over zich heen. En de hele nacht lag ze daar, proberen te begrijpen wat er net gebeurd was. Haar man, haar eigen echtgenoot…
In april 1891 trouwde Ada Nemezida Pearson met majoor Arthur Galsworthy, een Britse militair en gentleman. Terwijl ze naar haar man keek, vroeg Ada zich vaak af: houd ik eigenlijk van hem? Of trouw ik enkel omdat mijn moeder zo vurig verlangde haar dochter als bruid te zien?
In de hogere middenklasse werden huwelijken zelden uit liefde gesloten. Gevoelens werden gezien als iets dwaas en onpraktisch. “En is het eigenlijk nog gepast om aan gevoelens te denken als je al 27 bent?!”, berispte haar moeder haar. “Nog even aarzelen en je blijft als oude vrijster achter. Wat een vernedering!”

Hoewel Ada een mooi bruidsschat meekreeg, stonden de aanbidders niet in de rij. Velen kenden de roddels die in de samenleving rondgingen. Over hoe Ada’s moeder, Ann, haar buiten het huwelijk had gebaard na een affaire met een onbekende avonturier, en daarna trouwde met een man die veertig jaar ouder was dan zij.
Dokter Cooper, toen al ruim in de zestig, kreeg een jonge, mooie vrouw en adopteerde uit goedheid het buitenechtelijke meisje. Toen hij stierf, liet hij zijn vrouwen een behoorlijk erfdeel na, waarmee ze zich grotendeels in Europa konden vestigen. Daar kende niemand hun kleine geheimen.
Europa werd hun toevluchtsoord – comfortabel, maar enigszins illusoir. In Rome, Venetië, Parijs konden ze zijn wie ze maar wilden. Ann presenteerde zich als “de weduwe van dokter Cooper”, en Ada als “de dochter van een diplomaat”. Niemand stelde lastige vragen of groef in het verleden. Totdat Ada vijfentwintig werd en, in de ogen van de maatschappij, begon te “verwelken” – goed opgevoed, maar alleen.
De verschijning van majoor Galsworthy op een feest in Napels beschouwde Ada’s moeder als een geschenk uit de hemel. Hij was ouder dan haar dochter, niet rijk, maar hij had het belangrijkste – status en een naam. Ann zag er meteen een kans in. Ada twijfelde. Arthur was afstandelijk, gereserveerd, hij keek naar haar alsof hij haar beoordeelde als koopwaar. Maar hij wees haar niet af. Later begon hij haar voorzichtig aandacht te schenken – alsof hij niet wist hoe hij moest verleiden. Zijn onhandigheid werd gezien als bescheidenheid. En Ada… wilde geloven dat ze bij hem rust zou vinden.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !