ADVERTENTIE

Elke nacht gromde de hond dreigend naar de baby. Toen de ouders de ware reden van zijn gedrag begrepen, veranderde hun leven voorgoed

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

Elke nacht gromde de hond dreigend naar de baby. Toen de ouders de ware reden van zijn gedrag begrepen, veranderde hun leven voorgoed

Vanaf de vroege ochtend had de lucht dikke sneeuwvlokken over de aarde uitgestrooid – kleverig, zwaar, alsof iemand van bovenaf royaal meel uit een schop had gestrooid zonder zich te bekommeren om waar het terecht zou komen. Over een besneeuwd landweggetje bewoog zich langzaam een eenzame auto voort, als een stipje in een eindeloos winterlandschap. In de auto hoorde je de ruitenwissers kraken, de sneeuw onder de banden knarsen, en af en toe het snikken van een baby op de achterbank.

Igor hield het stuur zo stevig vast dat zijn knokkels wit waren. Zijn blik was strak gericht op de weg, amper zichtbaar achter het gordijn van de sneeuwstorm. Hij had al tien minuten niets gezegd. Naast hem zat Tatjana in gespannen stilte. Haar schouders hingen omlaag, haar lippen waren samengeperst, haar ogen glazig. Ze leek niet alleen moe – ze was volledig uitgeput. Hun gezin was onlangs naar het platteland verhuisd in de hoop op een nieuw begin, zodat Tatjana haar gezondheid kon herstellen…

Maar het nieuwe leven had niet de verlichting gebracht waarop ze hadden gehoopt. Het huis was koud, de dokter ver weg, en de eenzaamheid drukte met elke nacht zwaarder op hen, zoals de sneeuw die zich ophoopte op de daken. Hun zoontje, Misja, was nog maar acht maanden oud. Zijn glimlach bracht af en toe wat licht in de duisternis, maar in Tatjana’s ogen was geen sprankje hoop meer te vinden.

De auto gleed langzaam voort, terwijl de sneeuw steeds dichter viel. Soms blies de wind hevig, schuddend aan het voertuig alsof iemand hen wilde tegenhouden. Telkens huiverde Tatjana en keek achterom, alsof ze bang was dat er iets achter hen aanzat.

“Nog even,” fluisterde Igor, alsof hij zichzelf moed wilde inspreken. “Na het volgende dorpje is er een kliniek.”

Tatjana antwoordde niet. Ze bedekte haar gezicht met haar handen en zuchtte diep. Alleen al de gedachte aan weer een bezoek aan een arts maakte haar moedeloos, zelfs al ging het deze keer alleen om een routinecontrole. Igor wist echter dat er iets mis was. De laatste tijd zat Tatjana steeds vaker in gedachten verzonken, starend naar één punt, en ze raakte het kind nauwelijks nog aan. Ze klaagde nooit — dat had ze nooit gedaan — maar haar stilzwijgen zei meer dan woorden konden.

“Weet je nog toen we hier voor het eerst kwamen?” probeerde Igor. “Toen sneeuwde het ook. En je lachte. Je zei dat het als een sprookje voelde.”

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE