Irina sloeg met een doffe klap de autodeur dicht en bleef roerloos staan, starend in de leegte. Haar vingers knepen krampachtig in een officiële brief, die ze net uit de brievenbus had gehaald. Weer een rekening van een privékliniek. De cijfers, uitgedraaid door een kille printer, dreven voor haar ogen en werden een zware beschuldiging.

Haar man, haar geliefde Pavel, was ziek. Al zo lang dat het leek alsof het zijn nieuwe normaal was geworden. En de dure behandelingen die geen resultaat opleverden, haalden langzaam alles uit hun leven: geld, kracht en zelfs hoop.
Maar het ergste was het schuldgevoel dat Irina kwelde — scherp als gebroken glas. Hoe had ze het moment kunnen missen waarop een gewone malaise veranderde in deze kwellende, mysterieuze ziekte? Ze was altijd druk geweest — de zaak vroeg om aandacht, tijd, energie. Maar ze had moeten vertragen, in zijn ogen moeten kijken, moeten luisteren…
Ze draaide de laatste jaren in haar hoofd. Daar klaagde hij over vermoeidheid. Daar sloeg hij het avondeten over omdat hij niets wilde eten. Daar leek zijn gezicht te bleek in het ochtendlicht. Het waren allemaal signalen. Maar toen schreef ze die toe aan stress, oververmoeidheid, tijdelijke malaise.
Alsof haar geheugen haar expres die ziekenhuisscène terugbracht — de dag dat Pavel definitief naar de kliniek werd gebracht. Steriele gangen, de geur van ontsmettingsmiddel, koude lucht vol angst. Het gesprek met de behandelend arts, Vyacheslav — een degelijke man met vermoeide ogen en een te meelevende blik — gaf geen antwoorden. Hij sprak lang en legde de analyses zorgvuldig uit, maar het kwam neer op één vreemde, bijna abstracte diagnose:
— Het lichaam is simpelweg uitgeput. Volledige rust is nodig.
— Hoe bedoelt u uitgeput? We leven in de eenentwintigste eeuw! Kan de oorzaak niet precies worden vastgesteld? Een behandeling worden gestart?
De arts haalde alleen maar zijn schouders op. In dat gebaar zat iets vals, oppervlakkigs. Irina hield haar kreet nauwelijks in. En Pavel, liggend op vlekkeloos witte lakens, leek een vreemdeling. Zijn blik was leeg.
Toen ze alleen waren, fluisterde hij:
— Irisha, laat me los. Ik wil niet meer behandeld worden. Zelfs niet gratis. Ik wil gewoon dat het stopt.
Een half jaar was verstreken. Zes maanden van onzekerheid, angst en eindeloze rekeningen. Pavel was een schim van zichzelf geworden. Hij verontschuldigde zich voortdurend, alsof hij zich schuldig voelde over zijn bestaan. Hij durfde niets meer te wensen — geen kopje dure thee, geen nieuw boek. “Niet nodig, Ir, dat is te duur voor zo’n nutteloos mens als ik,” zei hij. Die woorden sneden dieper dan welk vonnis ook.

Irina droeg alles alleen. Haar atelier voor het maken van handgemaakte knuffels, dat ze jarenlang had opgebouwd, was nu hun enige bron van inkomsten. Het voedde hen beiden en betaalde voor de ‘revalidatie’ van haar man in de exclusieve kliniek.
Vroeger, vóór de ziekte, had ze geprobeerd Pavel erbij te betrekken. Ze dacht dat een gezamenlijke bezigheid hen dichter bij elkaar zou brengen. Maar alle pogingen eindigden in conflicten. Hij deed alles halfslachtig, was beledigd door de geringste opmerking. Elke vraag zag hij als een verwijt. Na weer een ruzie, toen ze zachtjes wees op een fout, wierp hij haar despotisme en kilheid voor de voeten… En een dag later ging hij liggen en stond niet meer op.
De dag begon met weer een tegenslag. Een telefoontje van Galina Aleksejevna, haar plaatsvervangster, haalde Irina uit haar gedachten. Door een ongeluk bij de elektriciteitscentrale was de stroom op de fabriek uitgevallen. Het werk lag stil. Nadat ze de naaisters naar huis had gestuurd, realiseerde Irina zich dat ze onverwacht vrije tijd had gekregen. Ze besloot eerder naar haar man te gaan. Ze stopte bij de winkel, kocht zijn favoriete perziken en nectarines en vertrok over de bekende route.
De parkeerplaats bij de kliniek zat zoals altijd vol met dure buitenlandse auto’s. Irina wurmde zich tussen de SUV’s door en stapte uit. Bij de ingang zat een meisje van ongeveer negen jaar op een houten bankje. Naast haar stond een kartonnen doos met met stift geschreven tekst: “Help voor de operatie van papa”.
Haar hart kneep samen. Irina liep naar haar toe.
— Hallo. Wat is er gebeurd? — vroeg ze zacht, terwijl ze naast haar ging zitten.
Het meisje hief haar blik op, opvallend volwassen.
— Mijn vader Anton ligt hier. Alleen in de gratis afdeling. Hij heeft een spoedoperatie nodig, maar wij hebben… — haar stem brak — helemaal geen geld. Hij raakte gewond op het werk, viel van de bouw.
Zonder iets te zeggen opende Irina haar portemonnee. Er lagen een paar grote biljetten in — over van de aankoop van fruit. Ze legde ze voorzichtig in de doos.
— Neem het maar. Niet veel, maar misschien helpt het.
— Dank u wel! Heel erg bedankt! — de tranen glinsterden in de ogen van het meisje, dat Lisa heette.
Irina glimlachte bitter en haalde bijna automatisch haar telefoon tevoorschijn.
— Ik ga nu naar mijn man, — liet ze een foto zien van Pavel, gelukkig en lachend, genomen in betere tijden. — Hij is ook ziek. Al lang.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !