
Zo hadden ze hun eerste klant. En de eerste stap naar een nieuw leven.
Ondertussen raakte Dmitri bevriend met een dorpsmeisje, Olga. Op een dag, wandelend langs de rivier, klaagde hij over de dorpsbewoners.
– Weet je dat dan niet? – zei Olga verbaasd. – Oom Grisha is een zonderling, ja, maar niemand wilde hem iets slechts. Drie jaar geleden, toen zijn koeien vergiftigd waren, had de halve dorpskudde hetzelfde. De mannen wilden zelfs helpen, advies geven, maar hij stond hen met een geweer op te wachten. Sindsdien mijdt iedereen hem.
Deze woorden bleven in Anna’s hoofd hangen. Ze ging naar de dorpswinkel en hoorde van de verkoopster bevestiging:
– Ja meisje, dat conflict is al oud. Sinds in het buurdorp een boerderij opende met een hebzuchtige eigenaar, is het begonnen. En oom Grisha dacht dat wij hem zaten te pesten. Hij trok zich terug, verbitterde…
Op een avond, toen de schemering over de boerderij viel, zagen Anna en Dmitri een groep mensen naderen. Een tiental mannen en vrouwen, langzaam maar vastberaden. Anna’s hart kromp ineen. “Niet weer een brand?” flitste door haar hoofd…
– Mitja, snel! Haal het geweer uit huis! – fluisterde Anna tegen haar zoon, terwijl ze zelf al de binnenplaats op liep.
Haar hart bonsde snel en onrustig. Ze ging bij het tuinhek staan, klaar om te verdedigen wat nu het hunne was geworden – hun huis, hun kans om opnieuw te beginnen.
De schaduwen kwamen dichterbij. Mensen. Een tiental mannen en vrouwen. Voorop liep een oude man met een versleten pet. Toen hij dichterbij kwam, bleef hij staan… en nam zijn hoofddeksel af. Met een verlegen blik klemde hij het in zijn handen en zei:
– Goedenavond, vrouw des huizes. We komen in vrede. We willen praten.
Anna tuurde naar de gezichten: moe, serieus, maar niet vijandig. Langzaam, voorzichtig, opende ze het tuinhek:
– Kom binnen.
Een oude tafel werd op het gras gezet, banken eromheen. Het gesprek begon. Het werd lang. Moeilijk. Maar eerlijk.
De dorpsbewoners gaven toe: ze waren geschokt door de brand. Voor hen was Grigori een legende geworden – een man die geen hulp accepteerde, geen advies aannam en zelfs kleine dingen niet vergaf. Maar nu begrepen ze: er zat iemand anders achter alles. Iemand die hen bewust tegen elkaar had opgezet.
– Wij hadden er ook last van, – zei de dorpsoudste. – Vuil water in de putten, zieke dieren… We gisten er maar wat op los, maar nu is het duidelijk: iemand speelde ons tegen elkaar uit. Voor eigen gewin.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !