Toen hij terugkwam, droeg hij twee warme gebakjes en twee bekers cacao. Hij gaf ze geruisloos aan hen.
“Jullie hebben nog niet gegeten, hè?”
Die dag was nog maar het begin.
De volgende week nodigde Gregory hen uit voor de lunch. Hij stelde vragen, luisterde naar Lucy’s verhaal, knikte bedachtzaam terwijl zij hun situatie uitlegde. Hij betoonde geen medelijden. Alleen aandacht.
“Ik wil helpen,” zei hij.
Lucy’s handen trilden. “We vragen geen liefdadigheid.”
“Dat doen jullie niet,” gaf hij toe. “Maar Laura gaf mij iets kostbaars terug. Vertrouwen. Ik wil die gunst terugbetalen.”

In de dagen daarna belde hij rond. Regelde afspraken. En op een heldere dinsdagochtend stond hij voor Lucy en Laura in een kleine, drukke rechtszaal.
“Dit is de familierechtbank,” legde hij uit. “Ik heb een verzoek ingediend voor noodhuisvesting. We gaan ervoor zorgen dat jullie ergens veilig kunnen wonen.”
De rechter, een vriendelijke vrouw van in de zestig, keek het dossier door dat Gregory had ingediend.
“Mevrouw Andrews,” zei ze tegen Lucy, “er staat hier dat u al meer dan tien maanden nuchter bent?”
Lucy knikte zachtjes. “Ja, edelachtbare.”
“En uw dochter zit op school?”
“Ik—ik doe mijn best. We moesten haar uitschrijven toen we het appartement verloren, maar ze houdt van lezen. Ze is nooit gestopt met leren.”
Laura straalde daarbij.
De rechter keek naar Gregory. “En meneer Turner, u staat garant voor dit gezin?”
“Dat doe ik,” zei hij met vaste stem. “Van harte.”
Er viel een stilte. Toen glimlachte de rechter.
“Verzoek gehonoreerd. Tijdelijke huisvesting goedgekeurd voor 90 dagen, verlenging mogelijk na beoordeling. Laten we deze moeder en dochter een echte kans geven.”
Lucy barstte in tranen uit. Laura pakte haar hand en kneep hem stevig vast.
Het appartement was niet groot, maar voor Laura voelde het als een paleis.
Er was een echte keuken. Een badkamer met warm stromend water. Een eenpersoonsbed voor haar en een voor haar moeder. Gregory bracht zelfs een tweedehands boekenkast en vulde die met boeken. Laura bracht uren door, opgerold met een boek—sprookjes, mysteries, poëzie.
Gregory bleef langskomen, altijd met iets bedachtzaams: appels, kleurpotloden, een paar handschoenen. Hij behandelde hen nooit als een liefdadigheidsgeval. Gewoon… mensen.

Hij hielp Lucy inschrijven voor een beroepsopleidingsprogramma aan de volksuniversiteit. Vond een counselor die haar hielp haar verdriet te verwerken. En toen hij hoorde dat Laura bijna een jaar niet officieel naar school was geweest, nam hij contact op met een particuliere basisschool—en bood aan haar volledige schoolgeld te sponsoren.
“Ze heeft iets bijzonders,” zei hij. “We moeten haar de kans geven om te stralen.”
Laura bloeide op. Binnen enkele maanden won ze spellingwedstrijden, schreef korte verhalen en maakte nieuwe vrienden.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !