— Mogen we met mama mee? — vroeg Vanja zacht, de oudste, een jongetje van zes, terwijl hij zijn jongere zusje en broertje bij de hand hield.
— Nee! — snauwde Igor. — Alleen echte bewakers! En als jullie niet meegaan — dan komt de Kerstman helemaal niet!
Huilen. Gesnik.

— Het is koud… mama, ik wil niet…
— Ik zei: jullie gaan! — brulde hij, terwijl hij hen ruw bij de hand pakte en letterlijk naar buiten duwde.
Buiten: ijzige wind, sneeuw, een sneeuwstorm. De kinderen, slechts gekleed in dunne truitjes en gescheurde jasjes, bibberden als espenblaadjes. Igor bracht hen naar de schuur — oud, krakend, met een lek dak en beschimmelde muren.
— Blijf hier! — beval hij. — Als jullie je goed gedragen, breng ik cadeautjes!
Hij gooide een pak goedkope koekjes naar binnen — niet als traktatie, maar als hondenvoer — en sloeg de deur dicht. De grendel klikte.
Binnen was het donker, vochtig, ijzig koud. De kinderen kropen tegen elkaar aan om warm te blijven. Eerst geloofden ze nog. Vanja geloofde, Aljonka van vijf geloofde, zelfs Sasja van drie geloofde. Ze fluisterden: “De Kerstman komt… hij vergeet ons niet… hij redt ons…”
Maar de tijd verstreek. De kou drong dieper door in hun lichaampjes. Hun vingers werden blauw.
— Mama! — riep Vanja, terwijl hij met zijn vuistjes op de deur sloeg. — Mama, we bevriezen!
— Mamaaa! — klonk het kindergehuil.
Maar in het huis… in het huis was het warm.
In de keuken zaten Lesja en Igor aan tafel, voor hen een fles, een bord met worst, mandarijnen. Ze lachten, maakten grapjes, dronken, vergaten alles. De kinderen? Wie waren dat nog? Wat achtergrondlawaai, een obstakel in hun oudejaarsfeest.
— Bijna middernacht! — riep Igor, terwijl hij zijn glas hief. — Op ons! Op de vrijheid!
Op dat moment werd er op de deur geklopt.
— Wie is dat? — fronste Igor.

— Geen idee… — fluisterde Lesja, terwijl ze snel haar ochtendjas aantrok.
Ze deden de deur open — en verstijfden…
Op de drempel stond de Kerstman.
De échte. In een rode mantel, met een baard, en een zak over zijn schouder.
— We hebben u niet besteld! — schoot Lesja eruit.
— En we hebben niets om te betalen, — voegde Igor eraan toe, terwijl hij om zich heen keek alsof hij iets wilde vinden om te geven.
— Alles is al betaald, — antwoordde de Kerstman kalm. — Ik ben gekomen met cadeaus. Waar zijn uw kinderen?
Lesja straalde meteen op.
— Oh! Cadeaus? Wij hebben er drie! Kom maar op!
— Nee, — zei de Kerstman streng. — Cadeaus worden alleen persoonlijk aan de kinderen gegeven.
Lesja raakte in de war.
— Eh… ze zijn… nu… in de kamer…
Ze liep naar de kinderkamer en keek binnen. Die was leeg. Er schoot iets door haar hoofd.
— Igor! — fluisterde ze. — Waar heb jij ze gedaan?
— Oeps… — hij werd plotseling bleek. — Ik ben ze vergeten…
Hij rende naar buiten, naar de schuur, deed de deur open. Leeg. Alleen koekjes, zacht geworden door het vocht, en sporen van tranen op de vloer.
— Ze zijn weg! — fluisterde hij trillend terwijl hij terugliep.
Lesja rende zelf naar buiten. Ze rende om de schuur heen, keek in elk hoekje. Niemand.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !