ADVERTENTIE

De vrouw is een kasplantje. Stop met het verlengen van haar lijden, drong de man aan bij de arts. Maar plotseling was de vrouw verdwenen uit haar ziekenhuiskamer.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

De reis had Liza tot het uiterste uitgeput. Het dorp begroette haar met stilte, de geur van nat blad en scheve hekken. De schemering gleed geruisloos door de straten, in de verte blafte een hond. Liza stond midden in dit vergeten hoekje van de wereld, moe en verloren. Haar benen voelden als lood, haar maag kromp van de honger, maar ze weigerde op te geven. Ze moest dit volbrengen.

Toen ze om zich heen keek, zag ze bij de waterput een oude man met een versleten bontmuts, die voorzichtig water uit de put haalde. Hij kwam haar vriendelijk en veilig over. Met haar laatste krachten liep Liza naar hem toe.

— Goedendag, pardon… — haar stem trilde verraderlijk, en met moeite richtte ze zich op. — Kunt u me misschien vertellen waar ik Pavel Savelyev kan vinden?

De oude man zette langzaam de emmer neer, kwam met een kreun overeind en bekeek haar aandachtig van top tot teen.

— Savelyev? Pavel? — hij krabde aan zijn stoppelige kin. — Nee, meisje, die naam zegt me niks. Er wonen hier wel Savelyevs, hoor, maar die heten meestal Ivan of Stepan. Een Pavel ken ik niet.

Liza’s hart stond stil. Een ijzige kou trok door haar borst, en een brok wanhoop bleef in haar keel steken. Had ze zich vergist? Was ze naar de verkeerde plek gekomen? Had haar moeder het adres fout onthouden? Wat nu?

— Maar… hij moet hier zijn, — bracht ze uit, terwijl haar ogen zich langzaam met tranen vulden. — Pavel Andrejevitsj Savelyev.

De oude man sloeg zich plotseling met de hand tegen zijn voorhoofd, zodat zijn muts scheef zakte.

— Och ja! Andrejevitsj! Had dat meteen gezegd! Natuurlijk kennen we hem! Hij is hier arts, een ware bron van wijsheid en gouden handen. Hij verzorgt de hele regio.

Liza voelde hoe de opluchting haar volledig overspoelde. Zo erg, dat haar benen bijna begaven. Ze kon zich nog net vasthouden aan de rand van de put.

— Een arts? — herhaalde ze, nog steeds vol ongeloof…

— Jazeker! Zie je dat stenen gebouw daar, achter de bocht? Dat is ons ziekenhuisje. Daar is hij nu waarschijnlijk. Loop gewoon dat pad rechtuit — je kunt het niet missen.

Liza bedankte de oude man, wat verward maar oprecht, en rende in de aangewezen richting. Ze voelde geen vermoeidheid meer, geen honger. Alleen de brandende noodzaak om de tijd op te jagen — elke minuut kon beslissend zijn.

Ze zag hem bij de ingang van het lage ziekenhuisgebouw. Hij sprak met een vrouw, en Liza bleef een paar passen verderop staan om op adem te komen en gewoon te kijken. Lang, breedgeschouderd, met kort haar waarin al wat grijs zat. Er hing iets rustigs en betrouwbaars om hem heen. Hij leek totaal niet op de foto in mama’s album, maar Liza wist het meteen: dit was hem. Haar vader. Geen enkele twijfel.

Vastberaden stapte ze naar voren en onderbrak hun gesprek. De vrouw wierp haar een verbaasde blik toe en vertrok. Pavel draaide zich naar het meisje om, met een glimp van verwarring in zijn grijze ogen — dezelfde als de hare.

— Waarmee kan ik helpen?

Liza haalde diep adem, zette haar zenuwen en ingestudeerde zinnen opzij.

— Mijn naam is Liza. Ik ben uw dochter. En mijn moeder heeft hulp nodig. Marina. Haar leven is in gevaar, en ik heb niemand anders tot wie ik me kan wenden.

Pavel verstijfde. Zijn gezicht veranderde in een masker van verbazing, ongeloof en pijnlijk verlies. Hij keek aandachtig naar haar trekken — de vorm van haar ogen, haar lippen, zelfs haar gezichtsuitdrukking. Een glimp uit het verleden, een weerspiegeling van de vrouw van wie hij ooit hartstochtelijk had gehouden. En hoe langer hij keek, hoe zekerder hij het wist: het was waar.

De schok trok weg. De arts in hem nam het over — iemand die weet hoe te handelen in crisissituaties. Hij pakte Liza bij haar elleboog, zijn aanraking was vastberaden en geruststellend.

— Goed, — zei hij resoluut terwijl hij richting zijn kantoor liep. — Vertel me alles, van het begin af aan.

Ondertussen, honderden kilometers verderop, zat Grigori in het kantoor van een arts in een stedelijke kliniek. Hij zat achterovergeleund in een stoel, het ene been nonchalant over het andere geslagen, met een zelfgenoegzame glimlach terwijl hij de dokter aankeek.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE