ADVERTENTIE

De tijgerin bracht haar welpen naar de mensen, om hulp vragend, want ze kon zelf niet meer voor hen zorgen.

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

In de regio Primorje, in het dorp Taezjny, bracht de tijgerin twee kleine welpen naar de mensen. De lokale mannen begrepen dat de tijgerin blijkbaar geen melk had om de kleintjes te voeden, en ze liet ze achter bij de mensen om voor hen te zorgen.

Boswachter Fedorovitsj kwam erbij, tot wie de dorpsbewoners zich richtten, en hij besloot de welpen mee naar huis te nemen, omdat zijn Duitse herdershond Gina onlangs pups had gekregen en de kleintjes met haar melk kon voeden. Fedorovitsj nam de welpen mee naar huis, waar zijn vrouw Nastassja en zoon Kolja hem al opwachtten.

Nikolaj stelde de welpen aan zijn familie voor en legde ze naast Gina, die hen snel accepteerde en begon te likken. De welpen vonden de tepels en begonnen gretig melk te zuigen. Hun avonturen werden met belangstelling gevolgd door de kleine Kolja, die zoiets nog nooit had gezien.

Na verloop van tijd begonnen de welpen te veranderen: hun vacht werd feller van kleur, en de kleine oortjes op hun hoofdjes begonnen te staan. Ze vielen op door hun kracht en moed, speelden vaak met de pups, maar toonden soms hun roofdierinstincten door op muizen te jagen.

Een jaar later waren de welpen groot geworden. Ze speelden met de pups, maar begonnen steeds vaker de jacht na te bootsen. Op een dag zag de jongen hoe een welp een muis ving en opat. Kolja vroeg aan zijn vader:

“Papa, vangen de welpen muizen om te eten?”


“En niet alleen dat, als ze honger hebben, vangen ze kleine prooien om te eten. Ze schuwen ook niet om vis te eten en andere vruchten als tussendoortje. Daarom moeten we nadenken waar we ze straks onderbrengen, voordat ze het bos in vluchten om hun eigen territorium te zoeken. Vergeet niet dat het wilde dieren zijn.”

“Dan zullen ze onze biggetjes en kippen opeten,” zei de zoon.

“Dat klopt, zoon, daarom ga ik regelen dat ze in een reservaat geplaatst worden, want ze zijn al volwassen geworden. En ik wil ze niet in gevangenschap houden,” antwoordde de vader.

Kolja speelde altijd met de welpen, en zodra ze hem zagen, renden ze achter hem aan, samen met de pups, en zagen hem als hun redder. De jongen gaf ze lekkernijen, stukjes vlees. Ze aten die met plezier op en vroegen om meer. De welpen leefden ongeveer twee jaar bij ons en werden gracieuze, mooie jonge tijgers.

Kolja wilde ze niet loslaten; hij was eraan gewend met hen om te gaan, maar hij begreep dat ze vrijheid nodig hadden en dat het tijd was afscheid te nemen. Kort daarna kwam er een auto van de dierentuin aanrijden met een kooi, waarin de jonge tijgers voorzichtig werden geplaatst en naar hun vrijheid werden gebracht. Daar begon een nieuw leven voor hen in meer natuurlijke omstandigheden.

Voor Kolja was het afscheid van de welpen niet makkelijk. Hij had veel tijd met hen doorgebracht, voor hen gezorgd en met ze gespeeld, en ze waren bijna familie voor hem geworden. Maar hij wist dat het de juiste beslissing was.

De welpen pasten zich snel aan hun nieuwe omgeving in de dierentuin aan. Ze bleven groeien en zich ontwikkelen, en werden steeds majestueuzer en sterker. Bezoekers van de dierentuin keken vol bewondering naar hen, zonder te vermoeden wat voor bijzondere opvoedingsgeschiedenis ze hadden.

Kolja dacht vaak terug aan zijn pluizige vrienden en was trots op de tijd die hij met hen had doorgebracht. Deze ervaring bleef voor altijd in zijn hart, als een herinnering dat vriendelijkheid en zorg grenzen tussen soorten kunnen overstijgen en ongelooflijke verbindingen kunnen creëren.

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE