— Natuurlijk! Ik reed mevrouw twaalf jaar lang rond. Streng, maar rechtvaardig. Ze sprak vaak over haar nichtje in Rusland.
We arriveerden bij een luxe hotel. In de lobby wachtte al een vrouw van middelbare leeftijd met een perfect kapsel.
— Mademoiselle Anna? Ik ben Sophie Bernard, de persoonlijke assistente van mevrouw Saveljeva. Volgt u mij, alstublieft.
In de kamer stonden fruit, champagne en… een zwarte jurk.
— We hebben deze op uw geschatte maat laten maken, — legde Sophie uit. — Morgen is de begrafenis. En ’s avonds een diner met de bedrijfsleiding.
— En hoe zit het met de aandeelhouders? De raad van bestuur? — floepte ik eruit, waarschijnlijk door te veel Amerikaanse films.
Sophie glimlachte:
— O, u kent het bedrijfsleven? Madame had gelijk in haar vertrouwen.
Ze overhandigde me een map:
— Hier zijn de bedrijfsdocumenten. Jean-Pierre vroeg me die te geven. Hij… wil heel graag voor de begrafenis met u spreken.
— Die directeur? Die naar Moskou belde?
Sophie aarzelde:
— Ja. Maar ik raad u af alleen met hem af te spreken. Hij is… niet erg blij met uw komst.
Ze vertrok, en ik liet me vallen op een bed dat zo groot was als mijn hele keuken. Mijn telefoon piepte — een bericht van Vitja: “Nou, al miljonair?” Ik glimlachte en maakte een selfie met het uitzicht over Zürich. “Nog steeds onwerkelijk.”
’s Avonds klonk er geklop op de deur. Op de drempel stond een lange man met perfect gestyled grijs haar.
— Mademoiselle Saveljeva? Jean-Pierre Dupré. We moeten praten.
Ik liet hem binnen, terwijl mijn hart tot in mijn keel klopte.
— Ik had u niet zo vroeg verwacht, — ik trok mijn T-shirt recht en probeerde mijn haar te fatsoeneren.
Jean-Pierre liep zonder te vragen naar binnen. Zijn ogen gleden over mijn open koffer en verspreide spullen.
— Laten we niet om de hete brij heen draaien. Deze erfenis is een vergissing, — zei hij met een accent maar zeer duidelijk. — Margarita was… niet meer helder de laatste maanden.
— Wat bedoelt u met “niet meer helder”?
— Haar gezondheid… — hij aarzelde even. — Leeftijd. Ze nam beslissingen die het bedrijf schaadden. We maakten ons zorgen.
Ik sloeg mijn armen over elkaar.

— Daarom komt u dus direct na mijn aankomst mijn hotel binnenstormen?
Jean-Pierre glimlachte alsof ik iets geestigs had gezegd.
— Luister, Anna. U bent lerares uit Rusland, nietwaar? U weet niets van de luxe-industrie. Dit bedrijf is ons leven. Wij bouwen er al twintig jaar aan.
— Samen met Margarita, — merkte ik op.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !