Toen de chauffeur zag dat zijn baas te lang stil stond, dacht hij dat hij op de auto wachtte. Hij startte de motor, reed naar de trappen en opende de deur. Maar Gleb, toen hij naar de auto liep, haastte zich niet om naar binnen te gaan. Hij vertelde de chauffeur dat hij naar huis moest gaan, omdat hij vandaag een… vrije dag had. Gleb wilde even wandelen. De chauffeur, een jonge jongen die iets meer dan een half jaar voor Gleb werkt, reageerde verbaasd: “Maar, Gleb Arkadievitsj, u hebt over een uur een vergadering.” Gleb kalmeerde hem en zei: “Maak je geen zorgen, ik verzet de vergadering.” “Zal deze gezonde jongen begrijpen dat werk voor mij nu helemaal niet meer belangrijk is?” dacht Gleb, terwijl hij naar het verwarde gezicht van de chauffeur keek.
Vroeger was hij zelf precies zo, net als deze jongen, hij werkte zich te pletter om iets te bereiken, een carrière op te bouwen en veel geld te verdienen. Hij had zijn hele persoonlijke leven opgeofferd voor zijn werk. Hij had nooit tijd om echt van iemand te houden, geen gezin stichten, geen kinderen opvoeden. En wat heeft hij nu? Een succesvol bedrijf. Miljoenen op bankrekeningen.
Maar voor wie of wat heeft hij die miljoenen verdiend? Voor zichzelf? Maar hij zal ze nooit uitgeven. Voor zijn naasten? Maar die heeft hij niet. Een mooi groot huis, maar leeg. Dit huis verwelkomde hem elke avond met een doffe stilte, waarin alleen zijn eigen stappen weerklonken. Een luxeauto, maar er is niemand om erin rond te rijden. Hij had zelfs geen hond kunnen nemen vanwege zijn constante zakenreizen, vergaderingen en onderhandelingen. Nadat hij de chauffeur had weggestuurd en de secretaresse gebeld om alle afspraken van vandaag af te zeggen, mengde Gleb zich in de stoet van voetgangers die vochten tegen het slechte weer. Hij liep langzaam en doelbewust, verzonken in zijn gedachten, afgeleid door de vieze sneeuw onder zijn voeten, terwijl hij in zijn hoofd alles herhaalde wat de arts hem had gezegd.

Het lijkt erop dat dit de laatste novembermodder in zijn leven is. En de zomer? Misschien komt er geen zomer meer voor hem.
En er is niets dat hij kan doen. Geen geld kan hem nu nog helpen. In zijn hoofd klonk als een kapotte plaat de woorden van de arts: “Met zo’n snelle progressie – zes, maximaal acht maanden. Een operatie is niet mogelijk. Alleen palliatieve zorg.”
Gleb begrijpt dat hij niets kan veranderen. Maar toch vindt hij enige betekenis in de korte tijd die hem nog rest, terwijl hij zich concentreert op de eenvoud van het dagelijks leven en het geven aan anderen.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !