— Hé, vriend — riep een van de chauffeurs, — kijk uit daar. Hij laat niemand dichtbij.
— Twee weken hier? — vroeg Ivan, terwijl hij zich tot hen wendde. — Wat is er precies gebeurd?
— Hij had een ongeluk — antwoordde de chauffeur. — De man is overleden. En die hond, zeggen ze, is van hem.
Ivan zweeg en keek naar de hond. Hij stond stil, zijn hoofd op zijn poten gesteund, maar hij keek niet weg van de plek waar het ongeluk was gebeurd.
— En de hond? Was hij in de auto?
— Ja. Hij overleefde het wonderbaarlijk. Lydia Petrovna nam hem in huis, maar hij ontsnapte. En sindsdien is hij hier. Hij wacht.
— Heeft niemand geprobeerd hem mee te nemen?
Sergio lachte bitter.
— Ja, iemand probeerde hem naar het asiel te brengen, maar Bim sprong over het hek en kwam terug. Hij rende wel twintig kilometer.
Ivan keek naar de hond, en een woede begon op te stijgen in zijn buik. Hij herinnerde zich zijn vader, toen hij stierf, en hoe hij altijd zei: “Later, papa, later…” En toen was het te laat.
— Waar woont Lydia Petrovna?
Sergio keek verbaasd naar hem.
— Waarom wil je dat weten?
— Ik wil met haar praten.
— Aan het einde van het dorp, het huis met de groene omheining. Maar weet je — ze ontvangt niemand.
Ivan vond snel het huis met de groene omheining. De verf was al lang afgebladderd en de tuin was verwaarloosd.
Hij drukte op de bel. Stilte. Drukte opnieuw.
— Wie is daar?
— Lydia Petrovna, goedemiddag. Kunnen we praten?
— Ga weg.
— Het gaat over Bim.
Ze stopte even.
— Alstublieft…
De deur ging langzaam open. Een breekbare vrouw stond in de deuropening, haar ogen vol pijn.
— Waar wil je over praten?
— Over Bim.
Ze voelde hoe haar handen begonnen te beven.

— Ik kan niet naar hem kijken. Hij doet me denken aan Michaël.
Haar stem trilde en ze verstopte haar gezicht in haar handen.
Ivan haastte zich niet om te spreken. De stilte duurde lang, totdat hij uiteindelijk zei:
— Ik verloor mijn vader een jaar geleden. En ik stelde het altijd uit, zei: “Later…” En toen was het te laat. Jij kunt het nog herstellen. Bim hield van je zoon. Maar hij houdt ook van jou. Dat is misschien het belangrijkste, toch?
De vrouw schudde haar hoofd.
— Hij zal me nooit vergeven.
— Maar zullen we het proberen?
Ivan stak zijn hand uit.
Ze keek hem even aan, en toen pakte ze voorzichtig zijn hand vast.
Bim was nog steeds daar, aan de kant van de weg, alsof hij wachtte.
— Bim… — fluisterde Lydia Petrovna.
De hond tilde plotseling zijn hoofd op. Hij stond stil, alsof hij stemmen uit het verleden hoorde. En toen, in een oogwenk…
Dit moment zou Ivan altijd herinneren. Hoe de uitgeputte hond naar de vrouw rende, huilend en bijna opvliegend. Hoe zij hem omarmde, snikkend.
Er ging een maand voorbij.
Ivan parkeerde weer zijn auto voor het bekende huis. Het hek was nu vers geschilderd en in de tuin bloeiden asters en goudsbloemen.
Bim rende naar hem toe, nu niet zo mager meer, maar nog steeds trouw. Achter hem kwam Lydia Petrovna naar buiten. Haar ogen straalden weer licht uit.
— Kom binnen, Wanja! Ik zet thee, ik heb net taart gebakken.
Aan tafel vertelde Lydia Petrovna hoe Bim haar in huis had geholpen, hoe ze samen naar het graf van Michaël gingen, hoe de kinderen uit de buurt van hem hielden.
Ivan keek naar hen en dacht: soms hoeft men alleen maar even stil te staan, in de ogen van anderen te kijken en de hand uit te steken. Zelfs het meest gewonde hart vindt de weg terug naar het leven en de liefde.
Bim legde zijn hoofd op Ivans schoot en zuchtte zachtjes. Het leek alsof hij zei: bedankt dat je even stil stond.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !