Ik schrok eerst, dacht dat het mijn verbeelding was. Maar toen kon ik het niet laten en rende naar de vuilnisbak. Daar lag een gescheurde zak. En de magere kat droeg iets zwarts in haar bek. Ik had geen bril op — zag slecht. Maar het was levend.
Later hoorde ik zijn zoontje huilen: “Papa, waarom heb je hem weggegooid? Hij is lief!” En Slavka bromde: “Ik heb geen tijd voor dat beest!” Dus ik denk dat dat die pup is.
— Ik denk dat u gelijk heeft, — zei Zheka zacht en aaide Ugolok over zijn kop. — Murka heeft hem gered.
— Precies, — glimlachte Jegorovna. — Het was niet voor niets. Nu woont hij bij jou — en hij lijkt gelukkig.
— We gaan, Margarita Jegorovna. Murka wacht al — ze loopt op de vensterbank heen en weer.
— Ga maar, lieve mensen. Een fijne avond gewenst.
Thuis ging Zheka naar de kat toe en drukte haar wang tegen haar aan:

— Murka, mijn redster. Je hebt niet alleen hem uit de problemen gehaald, je hebt ook mij gered. Dank je, staartheldin. Kom, ik warm een kotelet voor je op.
Terwijl Murka en Ugolok aten, zat Zheka aan tafel en dacht:
Het leven is veranderd. Het is warmer geworden. De mensen om me heen zijn opener. En ikzelf ben wakker geworden. Het bleek allemaal makkelijker dan ik dacht. Ik hoefde alleen maar iemand in mijn leven te laten — zelfs een staartvriend.
Ze glimlachte en zei in zichzelf:
Waarschijnlijk heb ik juist op hen gewacht.
Het leven ging door. Maar nu was het echt.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !