ADVERTENTIE

— Als ik zo slecht voor je kook, waarom heb je hier dan je hysterische bui gehouden? Kook dan zelf! Je hebt je eigen befaamde boterham! Eet die dan maar!

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE

 

— Wat is dit?

Zijn stem was zacht, maar zo zwaar en indringend dat het leek alsof hij de hele keuken vulde. Pavel, die aan tafel zat en met een stomme blik naar de resten van zijn boterham keek, schrok en draaide zich om.

In de deuropening stond Viktor Danilovitsj, Lena’s vader. Hij was niet enorm, maar er was iets monolithisch, onverzettelijks in zijn gestalte. Hij keek niet naar Pavel. Zijn blik gleed langzaam en afkeurend over de verwoeste keuken: opgedroogde soepresten aan de muur, vieze vegen op de vloer, scherven van een bord bij de plint…

Pavel sprong overeind, instinctief zijn houding corrigerend alsof hij de baas van het huis was, zijn rug rechtzettend. In zijn hoofd flitste de gedachte dat Lena zich in de slaapkamer had opgesloten, niet om te huilen, maar om te bellen.

— Viktor Danilovitsj… We… hebben hier een kleine ruzie gehad. Zo gaat dat soms, in families.

Eindelijk richtte Lena’s vader zijn blik op hem. Zijn ogen, grijs en koud als rivierkeien, toonden geen woede of verbazing. Alleen vermoeide afkeer. Hij zette een stap de keuken in, en Pavel deinsde onwillekeurig terug.

— Familiezaken, zeg je? — Viktor Danilovitsj liep naar de muur en streek met zijn vinger over een vlek van paddenstoelen, keek toen naar zijn bevuilde vinger, alsof hij een insect bestudeerde. — Lijkt hier wel een varkensstal. Heb jij hier zitten knorren?

— Maar zij heeft het zelf uitgelokt! — Pavels stem klonk zowel verdedigend als agressief. — Ze voert hier toneelstukjes op, eet alleen, plaagt me! Ik ben de man in dit huis, uiteindelijk!

Achter de rug van haar vader verscheen Lena. Ze stond stilzwijgend in de deuropening, haar armen over elkaar geslagen. Op haar wang stond nog duidelijk de rode afdruk van een hand. Viktor Danilovitsj wierp een vluchtige blik op zijn dochter, en zijn gezicht verharde voor een seconde. Toen richtte hij zich weer op Pavel, en zelfs de schijn van ironie verdween uit zijn stem. Alleen pure, koude metaalachtige afkeur bleef over.

— Jij bent hier niet de man. Jij bent hier een huurder. Tijdelijk.

Pavel verstijfde. Hij had geschreeuw verwacht, verwijten, gesprekken over hoe hij met zijn dochter moest omgaan. Maar deze woorden trokken de grond onder zijn voeten weg.

— Wat betekent huurder? Dit is mijn huis! Lena is mijn vrouw!

— Dit appartement is van mij, — zei Viktor Danilovitsj, terwijl hij nog een stap zette en de afstand tot een minimum verkleinde. — Ik heb het gekocht voor mijn dochter. En jij woont hier omdat zij jou dat toestond. Het sleutelwoord is ‘toestond’.

De lucht in de keuken werd zwaar. Pavel keek naar zijn schoonvader en al zijn opgeblazen bravoure begon te brokkelen, als slecht pleisterwerk. Hij wilde tegenwerpen, schreeuwen dat hij werkte, dat hij ook investeerde, maar zijn tong kleefde aan zijn gehemelte. Voor hem stond niet de vader van zijn vrouw, maar de eigenaar. Een man die hem met één woord uit dit leven kon schrappen.

— Pak je spullen, — zei Viktor Danilovitsj even kalm als hij eerder de puinhoop had geobserveerd. Het was geen bevel, maar een constatering van een feit. Alsof hij zei: “Het regent buiten.”

— Ik ga nergens heen! — schreeuwde Pavel wanhopig, terwijl hij probeerde een greintje controle terug te krijgen. — Zij is mijn vrouw, en zij blijft bij mij!

Viktor Danilovitsj staarde hem enkele lange seconden zwijgend aan. Toen deed hij iets wat Pavel het minst had verwacht. Hij grijnsde. Kort, gemeen.

— Je hebt werkelijk niets begrepen. Je hebt een halfuur. Pak het meest noodzakelijke. De rest kun je later meenemen. Of niet. Maakt mij niet uit.

Hij draaide zich om en verliet de keuken, Pavel alleen achterlatend midden in deze vernederende ravage. Pavel stond, zijn blik wisselend tussen zijn schoonvader en Lena, die zich geen centimeter bewoog. In haar ogen geen leedvermaak, geen spijt. Niets. Leegte. En die leegte was angstaanjagender dan welk vonnis dan ook. Hij begreep dat alles voorbij was. Definitief en onherroepelijk.

Hij rende naar de slaapkamer, rukte zijn jas van de kapstok, propte zijn telefoon en portemonnee in zijn zak. Toen hij de gang uitliep, stond Viktor Danilovitsj al bij de voordeur, houdend die open. Hij spoorde niet aan, hij wachtte gewoon. Pavel stopte bij de keuken, draaide zich om, pakte de begonnen “Doktorskaja” en de rest van het brood van tafel en propte het in een zak. Het was de laatste, zielige, reflexmatige beweging — het symbool van zijn macht meenemen, dat nu was veranderd in het symbool van zijn totale nederlaag.

Hij liep langs Lena zonder haar aan te kijken en stapte de trap op. Viktor Danilovitsj zei geen woord meer en sloot de deur achter hem. Het klikje van het slot klonk als een schot. Het laatste…

Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !

ADVERTENTIE
ADVERTENTIE