— Ja! — knikte de schoonmoeder, alsof het slechts om een weekje op de datsja ging. — De universiteit is dichtbij, het appartement ruim, de sfeer warm.
— Dit is mijn appartement, — zei Aljona hees.
— Je bent niet alleen, — antwoordde de schoonmoeder. — Je hebt Sasja, werk, alles. En Nastja heeft niets.
— Nastja heeft een moeder die elk gevoel voor maat verloren heeft, — sprak Aljona koel.
Nastja zweeg. Ze stond met haar ogen naar de grond, als een scholier die betrapt werd op spieken. Haar gezicht langgerekt, wangen roze gevlekt.
En toen ging de deur open. Sasja kwam terug — met koffie in de ene hand, een tas in de andere, nog steeds glimlachend. Totdat zijn blik viel op de koffers, moeder, zus en de bleek uitziende vrouw die zich aan de deurklink vastklampte als aan een reddingsboei.
— Wat gebeurt hier? — vroeg hij langzaam.
— Verhuizing! — antwoordde Nina Petrovna opgewekt. — We hebben alles besproken!
— Nee, mama, — Sasja’s stem werd zwaar. — Je zei dat Nastja een woning nodig had. Ik dacht aan huren of een studentenhuis. Maar niet dat Aljona weg moet.
— Waarom niet? — verontwaardigde de schoonmoeder zich. — Ze is toch geen invalide of alleenstaande moeder. Sterk, zakelijk. Ze zal wel iets huren. En waar moet Nastja dan wonen?
— Hier? — Sasja keek naar zijn moeder alsof ze een vreemde was. — Jij hebt alles voor ons besloten?
— Dit is familie! — sloeg Nina Petrovna op haar borst. — Wil je je zus niet helpen?
— Nee, als dat betekent dat ik mijn vrouw moet wegsturen! — zei Sasja nu met ijzige toon.
— Ik heb mijn leven aan jou gegeven! — hijgde de schoonmoeder. — ’s Nachts heb ik niet geslapen! Ik…
— …plande je het appartement te bezetten? — onderbrak Aljona. — Briljante zet.
Nastja snikte.
— Ik wilde het niet… Mama zei dat jullie het eens waren…
— Aljona was het er niet mee eens, — zei Sasja. — En dat wist jij.
— Sasja! — krijste zijn moeder. — Je kiest haar? Haar, die niet eens haar jongere zus wil helpen?!
Hij zette de tassen op de grond, liep naar zijn vrouw en sloeg zijn armen om haar schouders.
— Ik kies een vrouw die mensen niet buitensluit. Die in partnerschap gelooft, niet in overname.
— Je stuurt je moeder weg? — siste Nina Petrovna.
— Nee, — antwoordde hij. — Ik vraag de persoon weg te gaan die niet op bezoek kwam, maar om een overname te doen.
Een zware stilte hing in de lucht. Toen hief de schoonmoeder haar kin:
— Kom, Nastja.
— Sorry, Aljona, — fluisterde Nastja, en in haar stem klonk iets bijna oprechts.
Aljona knikte. Geen woede — alleen vermoeidheid. Diezelfde vermoeidheid die komt na ziekte: het virus maakt je niet boos, je wilt gewoon slapen.
De deur ging zacht dicht, zonder klap.
Sasja ging naast haar zitten en pakte haar hand.
— Ik ben een idioot, — zei hij.

— Een beetje, — zuchtte ze. — Maar dat valt te genezen.
Hij kuste haar in de slaapstreek. Stil, als een excuus.
Een week later verhuisde Nastja naar het studentenhuis. Aljona bracht haar een zelfgebakken taart en een serviespakket. Nina Petrovna kwam de kamer niet uit.
Daarna belde de schoonmoeder nog zelden. Met feestdagen zuchtte ze in de telefoon: “Ik had toch een familie…” En voegde eraan toe: “Sommige schoondochters nemen alles voor zichzelf…”
Aljona discussieerde niet. Discussiëren met het verleden is net als zwaaien met een bezem naar een trein: veel lawaai, geen nut.
Het appartement was weer stil. Echte stilte. Zonder koffers. Zonder zware zuchten. Zonder “mama zei”.
En dat was een kleine, maar heel persoonlijke overwinning.
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !